Actuele vraag van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het rapport van de provinciegouverneurs van Oost- en West-Vlaanderen over de gebiedsvisie Seine-Schelde-West en het Schipdonkkanaal.
De voorzitter:
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer:
Mevrouw de voorzitter, deze voormiddag kreeg ik het bericht dat ik mijn vraag om uitleg over het Schipdonkkanaal mocht omvormen tot een actuele vraag, waarvoor dank.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, op dit moment wordt de verbreding van het Schipdonkkanaal onderzocht. De minister heeft de opdracht gegeven aan de gouverneurs van Oost- en West-Vlaanderen om de belangrijkste stakeholders van de regio te bevragen om te kijken of er eventueel tot een breder gedragen, ruimere, gebiedsgerichte visie kan worden gekomen. Op 18 december hebben de gouverneurs het rapport afgerond, dat heel wat beleidsaanbevelingen bevatte.
Er wordt onder meer gezegd dat op dit moment de randvoorwaarden onvoldoende zijn vervuld om te komen tot een brede, coherente, gebiedsgerichte visie. Men pleit er ook heel sterk voor om een voorafgaande kosten-batenanalyse uit te voeren met onder meer een milieutoets, een landbouweffectenrapport, een mobiliteitsrapport en bovendien heel wat andere technische punten die moeten worden onderzocht alvorens de volgende stappen in dit proces kunnen worden gezet.
Mevrouw de minister, mijn vraag is dan ook kort en duidelijk: op welke wijze zult u rekening houden met dit rapport? Mogen we daadwerkelijk nog een kosten-batenanalyse vooraf verwachten?
De voorzitter:
De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik wil het hier eigenlijk niet alleen hebben over een of ander kanaal, maar wel over Zeebrugge. U weet dat de haven van Zeebrugge economisch heel belangrijk is, vooral voor West-Vlaanderen en de omgeving ervan. Laten we niet vergeten dat die haven goed is voor 10.000 rechtstreekse banen, wat heel veel is, en voor naar schatting 30.000 onrechtstreekse banen. Dat lijkt me een belangrijk element.
Volgens veel studies zou die haven uitbreiden van 45 miljoen ton tot 75 miljoen ton in 2020. Dat is belangrijk. Het is ook deels de oorzaak van mijn vraag. Met die stijging, mijnheer de minister-president, zal ook de vraag worden gesteld naar mogelijke verbindingen met het hinterland, om dat alles te kunnen slikken.
Ondertussen heeft Frankrijk al beslist de werken van en naar Zeebrugge in 2011 aan te vatten. Dat is een goede beslissing om het probleem van de groei van die haven en de connectie met Frankrijk tot een goed einde te brengen.
Mevrouw de minister, hoe zit het met de Vlaamse beslissingen over het vervoer, zowel over de weg als over water en via de trein? Specifiek gaat het dan over de AX-weg, waarover al veel is gepalaverd, maar waarover eigenlijk niet meteen een beslissing is gevallen. Gezien de huidige toestand, acht u het haalbaar om dat doel tegen 2020 te bereiken en een goede oplossing te bieden voor de haven van Zeebrugge?
De voorzitter:
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits:
Mevrouw de voorzitter, ik denk dat het inderdaad zo is dat de heer De Meyer zijn vraag om uitleg heeft mogen omvormen tot een actuele vraag, omdat het ging over de prognoses voor de haven van Zeebrugge. Mijnheer Callens, die cijfers zijn niet zo actueel. Recent zijn de nieuwe jaarcijfers bekendgemaakt, maar de toekomstprognoses over de haventrafiek zijn al vrij lang bekend. Met die prognoses over het aantal ton dat zou moeten worden vervoerd in 2020 en 2030 werd al rekening gehouden, zelfs bij de eerste opdracht die initieel werd gegeven om de mogelijkheid van het Schipdonkkanaal te onderzoeken.
Voor de ontsluiting van de haven werken we op heel wat sporen. U weet dat de project-MER met betrekking tot de AX-autosnelweg, die de N49 moet verbinden met de N31, momenteel volop loopt. Er is een consensus bereikt met burgemeesters van gemeenten die langs het traject liggen, over een voorkeurstracé. Na het afwerken van de project-MER kunnen we daar dus vooruit. De prognose is dat de werken ter zake zouden moeten kunnen worden aangevat, om in 2013 of 2014 te zijn voltooid.
Wat de ontsluiting via de weg betreft, zijn er daarnaast ook nog de belangrijke werken aan de N49. U weet wellicht dat er onteigeningen zijn gebeurd om de ventwegen te kunnen aanleggen. Ook daar verwachten we dat dit binnen enkele jaren zeer ver gevorderd kan zijn.
Met betrekking tot de ontsluiting van de ring door Brugge zijn de voorbije periode zeer veel investeringen gebeurd. Nog niet zo lang geleden is er opnieuw een investeringsbeslissing genomen, voor meer dan 20 miljoen euro. Ook ter zake moeten we over enkele jaren ver genoeg gevorderd kunnen zijn om een zeer goede doorstroming te kunnen verzekeren.
U weet dat er geïnvesteerd wordt in het derde en vierde spoor. Vlaanderen speelt daarin een actieve rol.
Wat het vervoer over het water betreft, zijn er twee opportuniteiten. Mijn voorganger besliste al om de estuaire vaart kansen te bieden. Er wordt meer dan 6 miljoen euro geïnvesteerd om estuaire schepen langs de kustlijn goederen te laten vervoeren. Dat is een praktische maatregel. Intussen varen er drie estuaire schepen.
Ik begrijp dat u vandaag een vraag stelt over het Schipdonkkanaal. Er moet echter nog heel wat gebeuren. Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Daar kwam het meest aangewezen scenario uit naar voren. Er zijn nog twee technische problemen. Er moet een milieu-effectenrapport komen, zoals in alle dossiers. Dat is nog niet afgewerkt. Er is helemaal in het begin een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd. Het is de evidentie zelf dat die geactualiseerd moet worden, onder andere met de elementen uit de plan-MER, uit het landbouw-MER en uit de gebiedsvisie van de gouverneurs.
We gaan niet over één nacht ijs. We onderzoeken de mogelijkheden om het kanaal te verbreden zeer grondig. We moeten stap voor stap te werk gaan. Als alle studies afgerond zijn, kan er een gedragen beslissing worden genomen over het al dan niet opstarten van een project-MER. Dat zijn de verplichte procedures, en die zullen we doorlopen. We laten daar stevig aan verder werken.
De heer Jos De Meyer:
Mevrouw de minister, ik noteer uw toezegging dat de MKBA wordt geactualiseerd en dat u niet over één nacht ijs zult gaan.
De heer Karlos Callens:
Ik dank u voor uw positief antwoord, mevrouw de minister.
Ik ben wel bezorgd over de timing, dat is de reden waarom ik deze vraag stel. Denk nu niet dat ik die cijfers uit mijn duim zuig, ze komen van Voka. Ik zou graag willen dat al die studies waar men over praat, worden afgerond. Er is een studie over de AX gestart in 2007, die moest eindigen in 2009. Dat is misschien al gebeurd intussen. Er komt ook nog een streefbeeldstudie. Die studies moeten tot rechtszekerheid leiden voor de mensen die onteigend zouden kunnen worden. Dat zijn onder andere landbouwers in de streek. Kunnen we daar wat spoed achter zetten voor een snelle rechtszekerheid? We moeten trouwens klaar zijn tegen 2015 à 2020 om die grote tonnages de baas te kunnen.
De voorzitter:
Mevrouw Bruyninckx heeft het woord.
Mevrouw Agnes Bruyninckx:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, voor het Vlaams Belang moet er dringend een oplossing komen voor de ontsluiting van Zeebrugge via de binnenvaart. Op dit moment bedraagt het aandeel van de binnenvaart in de aan- en afvoer van goederen vanuit de haven slechts 2 percent. Als de haven blijft groeien, en er komt geen oplossing, is dat dramatisch voor de bereikbaarheid van de stad Brugge. Een binnenschip moet op de Brugse ring maar liefst zeven bruggen en sluizen passeren eer het de Gentse Vaart in Steenbrugge bereikt.
Op 10 februari houden we in de commissie voor Openbare Werken een hoorzitting over de aanleg en heraanleg van het Schipdonkkanaal. Wij willen deze hoorzitting afwachten, en ook de resultaten van de verschillende nog lopende studies.
Mevrouw de minister, komt er nog een beslissing tijdens deze legislatuur?
De voorzitter:
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik nodig iedereen alvast uit op de hoorzitting van 10 februari aanstaande over het Schipdonkkanaal in de commissie Openbare Werken. Mevrouw de minister, zouden we niet beter eerst beginnen met datgene af te werken waarmee we al begonnen zijn? Ik verwijs naar de verhoging van de bruggen, de verbreding van het Albertkanaal enzovoort. Men is daarmee begonnen in 1964. We zijn vandaag 2009, en het Albertkanaal is nog altijd niet afgewerkt. Ik denk dat we er verstandiger aan doen om eerst die zaken af te werken, en er pas nadien aan te denken om met andere projecten te beginnen. Wat is uw visie daarop, mevrouw de minister?
De voorzitter:
De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs:
Mevrouw de minister, uw antwoord was duidelijk. Alles zal grondig onderzocht worden. Het MER-rapport zal over enkele maanden afgewerkt zijn. Ik hoor ook dat er nog parallelle studies lopen, onder meer over de verzilting van de bodem en het grondwater. Ook de gouverneurs leggen er de nadruk op dat dat absoluut moet worden tegengegaan.
Hoeveel dergelijke parallelle studies zijn er, en wanneer zullen die beëindigd worden?
De voorzitter:
De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik wil me aansluiten bij de voorgaande vragen. Dit is geen dankbaar dossier dat u is terugbezorgd, mevrouw de minister, doordat de gouverneurs, in tegenstelling tot wat werd verwacht, u geen rood of groen licht hebben gegeven. Het is een oranje knipperlicht geworden, waarmee men de bal boudweg terug in uw kamp legt, zowel als minister van Openbare Werken als van Leefmilieu.
Een van de conclusies die men trekt, is dat er blijkbaar geen snelle beslissing zit aan te komen. Dat is een beetje paradoxaal, omdat er in datzelfde rapport ook voor wordt gepleit om zo snel mogelijk zekerheid te verschaffen in verband met de reservatiestroken. Dat is nodig om mensen een toekomst te geven, zowel op het gebied van huisvesting als op het gebied van landbouwuitbating.
Een snelle beslissing lijkt me niet mogelijk te zijn, aangezien de gouverneurs de financiële- en maatschappelijkebatenanalyse blijkbaar opnieuw in twijfel trekken. Kunt u dat bevestigen? Gaat het om fundamentele heroriëntaties die u gaat onderzoeken? Pleiten de gouverneurs ervoor om deze mogelijke investering af te stemmen op andere investeringen die gepland zijn? We zitten in dezelfde buurt bijvoorbeeld met de haven van Gent. Vanmorgen hebben we in de commissie voor Openbare Werken een resolutie goedgekeurd in verband met een tweede zeesluis. De vaststelling is dat ongeveer elke haven een zeesluis vraagt, en dat Zeebrugge er een kanaal bij vraagt.
Ik wil dan ook vragen om een betere afstemming van onze investeringen, zowel op financieel als op technisch vlak, zoals ook door de gouverneurs wordt gevraagd.
De voorzitter:
De heer Tavernier heeft het woord.
De heer Jef Tavernier:
Mevrouw de minister, deze discussie toont aan dat er eens een echt parlementair debat moet komen over dit thema. Men heeft dat tot nu geweigerd, in functie van de zogezegde hoorzittingen. Maar hoorzittingen zijn slechts hoorzittingen, en geen parlementair debat. Uit het rapport van de provinciegouverneurs blijkt in elk geval zeer duidelijk dat het maatschappelijke draagvlak voor dit kanaal zeer gering is.
Als het over de globale ontsluiting van Zeebrugge gaat, mevrouw de minister, mag u zeker het spoor niet vergeten, met het rangeerstation en de bocht Ter Doest. Dat is belangrijker dan het derde en het vierde spoor. Is dat tussen Brugge en Gent of tussen Zeebrugge en Brugge? Daar zou ik graag wat meer duidelijkheid over krijgen.
Er moet vooraf ook een grondige evaluatie komen van de estuaire vaart. Wat zijn de resultaten daarvan? Hoeveel tijd doet men daarover?
Ik ben er absoluut niet van overtuigd dat dit kanaal dé oplossing is. Men zou inderdaad beter eerst de geplande werken, waarover nauwelijks discussie bestaat, uitvoeren, in plaats van nieuwe, megalomane dingen uit te vinden, die wellicht geen economisch nut hebben.
De voorzitter:
De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck:
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, het is duidelijk dat er bij het concipiëren van de haven van Zeebrugge een historische fout is gemaakt. Men heeft namelijk de multimodale ontsluiting van de haven onvoldoende in rekening gebracht. Bovendien is de toegevoegde waarde, niettegenstaande er al heel wat inspanningen zijn geleverd, nog altijd heel beperkt. Er is nog altijd te veel doorvoer zonder dat er extra werkgelegenheid wordt gecreëerd.
Wij pleiten voor een en-enverhaal: én spoor én weg én water én pijpleidingen. Ook dat laatste is belangrijke trafiek voor de haven van Zeebrugge. Voor de spoorweg moeten het derde en het vierde spoor, de bundel ter hoogte van de bocht van Ter Doest en de bundel in de haven en in Zwankendamme worden bekeken met voldoende aspecten als de omgeving en de omwonenden.
Voor de realisatie van het Schipdonkkanaal hebben we altijd gezegd dat we voorwaardelijk voor verbreding zijn, indien studies daarover duidelijkheid geven. De minister zegt terecht dat bepaalde zaken nog moeten worden uitgeklaard. Ik kijk met verwachting uit naar de hoorzitting.
Ik heb ook gehoord dat men volop bezig is met de AX naar de wegomsluiting toe. Het project loopt nu, maar zou pas in 2012, 2013, 2014 gerealiseerd zijn. Dat is nog een behoorlijk lange tijd. Het dossier van de AX was gekoppeld aan een ander belangrijk dossier voor Brugge, namelijk het voetbalstadion. De AX was daarvoor zogezegd een voorwaarde sine qua non. Als dat nog zo lang zal duren, trek ik daaruit ook mijn conclusies.
Minister Hilde Crevits:
Het palet aan vragen dat hier extra gesteld is, is fenomenaal. Ik probeer beknopt te antwoorden, anders wordt de voorzitter zenuwachtig.
Wat de diverse ontsluitingen van de haven betreft, heb ik geprobeerd in mijn antwoord alle ontsluitingsproblemen en antwoorden daarop te geven. Ik heb geprobeerd duidelijkheid te scheppen over de wegontsluiting, de spoorontsluiting met het vierde spoor en het rangeerstation.
Maak u geen zorgen over de ontsluiting over het water. Maar ik ben geen cijferkanon dat hier zal losschieten. Als we een dossier zoals het Schipdonkkannaal onderzoeken, getuigt dat van zorgvuldigheid. Toen het Schipdonkkanaal gegraven werd, is in heel brede reservatiestroken voorzien en hield men er dus al rekening mee dat er mogelijk op termijn een verbreding zou komen. Men zegt nu dat er snel beslist moet worden omdat die mensen in onzekerheid zitten. Die mensen zitten echter al zeer lang in onzekerheid. Het wordt wel eens tijd dat we na een grondig onderzoek en een goede bestudering van het dossier definitief beslissen of we al dan niet gebruik zullen maken van die reservatiestroken.
Ik heb de gouverneurs de opdracht gegeven om een gebiedsvisie op te maken. Hoe kun je de omgeving zo inrichten dat de kwaliteit blijft behouden? Ik weet niet wie opperde dat ik verwacht had dat de twee gouverneurs voor mij zouden beslissen. Wie mij kent, weet dat ik dat absoluut niet zou doen. De Vlaamse Regering is zeker groot genoeg om daarover een verstandige beslissing te nemen.
Die beslissing zal genomen worden nadat alles onderzocht is. Op dit ogenblik zijn er nog onduidelijkheden. Het milieueffectenrapport loopt nog. Het landbouweffectenrapport, dat daarin zal worden geïntegreerd, is nog niet helemaal afgewerkt. Daarom is het evident dat een maatschappelijke kosten-batenanalyse die voordien is opgemaakt, geactualiseerd wordt nadat er duidelijkheid is over die punten.
Voor het parlementaire debat is het vooral van belang dat we debatteren op een ogenblik dat alle elementen in dit dossier bekend zijn. (Opmerkingen van de heer Jef Tavernier)
Mijnheer Tavernier, we zullen dat doen als de plan-MER afgewerkt is. U en uw partij zouden er zeker voorstander van moeten zijn dat het milieueffectenrapport afgewerkt moet zijn voor je tot besluitvorming komt.
Als alle elementen bekend zijn, kunnen we een zorgvuldige en goede beslissing nemen. Ik zal mij niet door luid geroep laten opjagen. Ik wil vooral dat het een goede beslissing wordt, zowel voor de ontsluiting van de haven van Zeebrugge als voor al wie woont langs het tracé.
(Applaus bij de meerderheid)
De heer Jos De Meyer:
Ik ben tevreden met het antwoord van de minister. We zullen dit gesprek voortzetten in deze en de volgende legislatuur, nadat alle studies ten gronde klaar zijn.
De heer Karlos Callens:
Ik ben blij dat ik wat lucht heb kunnen blazen in de kachel van de haven van Zeebrugge zodat die nog heel lang mag blijven branden.
De voorzitter:
Het incident is gesloten.