Een paar weken geleden was ik er nog van overtuigd dat ik voor de eerste keer in mijn leven niet zou gaan stemmen of dat ik zou gaan, maar dan een blanco stem zou gaan indienen. Geen enkele partij sprak me hard genoeg aan om me te motiveren.
Inmiddels heb ik deze week beslist dat ik wel een stem ga uitbrengen. Het is eigenlijk de eerste keer in mijn leven dat ik er hard heb moeten over nadenken. Het wordt een stem voor N-VA: dit lijkt misschien voor jullie een evidentie, maar geloof me, dat was het zeker niet.
De partij heeft me serieus teleurgesteld in de ethische kwestie omtrent euthanasie op kinderen. Ik ben daar vierkant tegen, zowel om geloofsredenen als om maatschappelijke redenen. Ik vind het spijtig dat N-VA net in zulk standpunt perse progressiever wil zijn dan de linkse partijen.
Maar als ik me moet laten leiden door ethische keuzes, dan is er gewoon geen enkele partij die nog opkomt voor de waarde van het leven. Geen enkele partij trekt ten strijde tegen euthanasie en tegen abortus. Tenzij dan het Vlaams Belang maar echt christelijk kan je hun standpunten ook niet noemen. Tenslotte heb ik zelf ondervonden dat ze trouwens niet alleen onverdraaglijk zijn tegen migranten, maar ook andere christenen (lees: niet-katholieken) belachelijk maken en uitstoten.
Dus moest ik eens opnieuw nadenken met uitsluiting van de ethische kwesties. Als ondernemer komt het economisch programma dan op de eerste plaats. Ik denk dat je als ondernemer per definitie altijd een liberaal bent, hetzij links-liberaal hetzij rechts-liberaal.
Ik geloof sterk in een liberalisme met een sociale correctie. Een maatschappij die zorgt voor de zwakkeren, maar dat doet door solidariteit die enkel betaalbaar blijft indien iedereen op verantwoorde manier deelneemt aan dit systeem. Profiteurs maken het systeem kapot en die blijvend ondersteunen, ondermijnt het sociale systeem.
Linkse partijen zijn wat mij betreft dus uitgesloten. Groen is de kleur die ik krijg als ik hun programma lees. Ik vraag me af of die ons allemaal in stadsgetto’s willen dumpen en de dorpen afbreken ten voordele van de flora en fauna. Ik vraag me af of die partij hun kleur hebben gekozen omdat het past bij het feit dat ze wie dat werkt en onderneemt groen willen laten betalen aan belastingen.
SP.a komt er bij ook niet in. Ik vind socialisme op zich fantastisch, maar het socialisme hier in Vlaanderen is een salonsocialisme geworden. Die partij komt zogezegd op voor de zwakkeren, maar ze wil hen zwak en afhankelijk houden. Socialisten die succesvol zijn, heffen eigenlijk hun eigen kiespubliek op. Siegfried Bracke had gelijk als hij stelde dat de vakbonden de mensen niet aan het werk willen krijgen, maar werkloos willen houden. Daar krijgen ze geld voor. Die stelling verkondig ik al jaren. En wie nog twijfelt moet maar eens het dossier van Electrawinds uitpluizen of “De Keizer van Oostende” lezen.
Dus moet ik naar de andere partijen kijken. Bij CD&V blijf ik altijd een dubbel gevoel hebben. het is een partij die verkleefd is aan de macht. Er zitten goeie mensen bij en hun programma is best wel te pruimen, maar ze gaan plat op de buik. Enerzijds, anderzijds, het blijven tsjeven en dat heb ik van dichtbij meegemaakt dat een woord niks betekent in die partij. “Wie gelooft die mensen nog?”, zeker na hun bedrog van Opgrimbie tot De Panne. Hun beloften “geen Vlaamse minderheid meer” heb ik nog eens gelezen, om dan hen het tegenovergestelde te zien doen.
Van nature zou ik mij eigenlijk het best moeten voelen bij de Open VLD, maar die zijn zo naar links opgeschoten, dat ze soms dichter bij SP.a lijken aan te leunen dan bij het echte liberalisme. Hun deelname aan Di Rupo kan je echt niet ondernemingsvriendelijk noemen, laat staan aangenaam voor de werkende mens. Zo lang als da joenk rondloopt, zijn het eveneens tsjeven die gaan voor postjes, zelfs al moeten ze er een burgeroorlog voor ontketenen.
Door eliminatie ben ik dus bij N-VA terecht gekomen en heb ik eens goed nagedacht of er zaken zijn die me toch zouden tot blanco te brengen. Hun standpunten over de welvaartsstaat Vlaanderen spreken me echter nog altijd aan. Samen werken aan een betaalbare verzorgingsstaat, is een haalbare en geloofwaardige kaart.
Persoonlijk denk ik dat de houdbaarheidsdatum van Bart De Wever voorbij is. De bochten die de partij de afgelopen weken nam, de standpunten die ze verkondigde, heeft mij dikwijls doen fronsen. Ja, ik ben het eens dat het profitariaat uit ons sociaal systeem moet, maar het moet menselijk blijven. Een campagne is nu niet altijd de plaats om veel nuances aan de dag te leggen, maar de communicatie was de afgelopen weken echt ongelukkig. De campagne had voor N-VA beter twee weken korter geweest.
Maar het programma spreekt me wel aan, ondanks sommige onduidelijkheden. De basis echter lijkt me een stevig fundament te brengen voor de toekomst.
Wat me echter over de streep heeft getrokken, is de houding van de andere partijen. Ze hebben allemaal eigenlijk hetzelfde programma: niet met de N-VA. Met andere woorden, terug verder doen met Di Rupo en het zelfs nog erger maken door de Groenen aan boord te nemen. Als dat gebeurt, is dit echt geen land meer om te werken en te ondernemen; de beloning zit dan aan de kant van de krijgers en niet van de gevers.
Zo’n land wil ik niet. Ik zie nu al Johan Vande Lanotte pleiten om Groen aan boord te nemen, ik zie Open VLD verklaringen afleggen die enkel betekenen dat ze het huidig beleid willen verder zetten en CD&V: die doen mee met wie met hen het meeste geeft.
Kortom, het komt inderdaad neer op de keuze: willen we het PS-model voor Vlaanderen of niet?
Willen we dat de Franstalige minderheid hun keuzes en hun oplossingen opleggen aan de rest van het land? De uitspraak van Reynders dat men de verhoging van de belasting op bedrijfswagens als liberale partij goedkeurde, enkel was omdat het toch voor 80% door Vlamingen werd betaald, zegt me genoeg hoe zij eigenlijk Vlaanderen als een kolonie bekijken.
Kortom, alle partijen samen hebben duidelijk gemaakt dat een stem die niet voor de N-VA een stem voor verderzetting van Di Rupo is. Met andere woorden, een stem tegen Di Rupo is enkel mogelijk door op N-VA te stemmen.
Wie krijgt een rood bolleke?
Nu moet ik dus nog kiezen op wie ik ga stemmen. Ik begin met de lijst voor het Vlaams Parlement.
Sommige mensen ken ik persoonlijk en als mensen vind ik hen meestal wel gezellige kerels, maar ik kan me soms niet verenigen met hun keuzes. Dus die vallen al af. Dus kijk ik voornamelijk naar de positieve punten die me aanspreken bij de namen.
Ik probeer ook meestal voor mensen te kiezen die in de buurt wonen, maar dan ga ik zeker niet kiezen voor iemand die hier aan mijn tafel is rechtgestaan tijdens een cruciale vergadering over de gemeenteraadsverkiezingen en regelrecht heeft gezegd dat ze niet op een N-VA lijst wilde opkomen en tegelijk enkele andere kandidaten belachelijk maakte.
Als ik de lijst doorneem, blijf ik stilstaan bij Sabina De Craecker. Een vrouw met het hart op de juiste plaats. Geen doordrammer, maar iemand met goede motivatie. Iemand die tot een eerlijke discussie in staat is en waarmee ik het eens kan zijn om oneens te zijn.
Voor de rest zijn er op de Vlaamse lijst niet veel meetjeslanders te vinden en spijtig genoeg heb ik van niemand de vraag gekregen om op hen te stemmen. Ik heb geen enkele brief gekregen en niemand die de moeite nam om mij te overtuigen. Dus de rest krijgt mijn stem daarom niet.
Bij de Kamer gaat het iets makkelijker. Daar is iemand die tenminste mij een mailmerge heeft gestuurd om mijn stem te vragen: Peter Dedecker. Ik ken Peter al lang en is de enige die ik op dit moment de minister van ICT zou willen zien worden. Zijn acties in het parlement betreffende mijn vakgebied kunnen voor 80% mijn goedkeuring wegdragen en hij doet de moeite om naar de sector te luisteren. Ook zijn inzet in het Arco-dossier verdient een pluim en dus mijn stem. En meer nog: ik hoop nog altijd dat hij mij toch eens een gesigneerd exemplaar van zijn boek bezorgt.
Uit sympathie krijgt ook Rufy Baeke mijn stem. Hij is een vriend en we verschillen grondig van mening over ethische kwesties en ik vind soms dat hij nogal eentonig uit de hoek komt omtrent gezondheidszorg, maar ik ken hem voldoende om te weten dat hij een idealist is en op de lijst staat en aan politiek doet om dezelfde redenen waarom ik dat 20 jaar heb gedaan.
Voor de rest heeft ook niemand de moeite gedaan om zich te laten zien in Knesselare of om een brief of email te sturen, dus die kunnen een stem vergeten; ook al diegene die ik persoonlijk ken want van hen neem ik het nog kwalijker.
Voor Europa is het simpel: Helga Stevens. Zij komt op voor de sociale zaak en geeft de partij een ander inzicht over sociale materies. Persoonlijk vind ik haar kandidatuur wel misplaatst in Europa, want sociale zaken worden bij voorkeur op Vlaams niveau geregeld en ik vind dat ze daar opnieuw moest gaan zetelen. Maar misschien krijgt ze ook de kans om op Europees niveau een aantal sociale zaken aan te kaarten.
Ook de lijsttrekker Johan Van Overtveldt krijgt mijn stem omwille van zijn economische inzichten; hij zit op de juiste plaats in het Europees parlement.
Daarmee is mijn keuze bepaald en zal ik meer tijd voor mijn stemfie hebben.
Veel succes aan alle kandidaten komende zondag.