Politiek vaarwel
De laatste weken heb ik een rust gevonden die ik in jaren niet heb gehad. Na een reeks emailtjes van “dit kan je toch niet doen, denk aan ons dorp” na mijn bekendmaking over de lijstvorming, is mijn mailbox opgedroogd, zijn de telefoontjes gestopt, maar heb ik vooral mijn hoofd kunnen leegmaken.
Ik ben al sinds mijn achttiende politiek actief, voor en achter de schermen. Na 20 jaar is het misschien het wel eens goed wat afstand te kunnen nemen.
Ik kan niet ontkennen dat het gewoon eens deugd doet me een pak minder zorgen te maken en grinnikend rond te kijken naar de rest van de campagnes. Ook binnen de N-VA doet het deugd. Ik draai al een tijd mee en er zijn nu een pak nieuwkomers. Veel daarvan moeten de stiel nog leren en maken veel fouten. Ik ben niet het type van de schoonmoeder die kijvend met het vingertje wil staan zwaaien. Beschouw me eerder als de vader die goede raad zal geven als hij daar om gevraagd wordt.
Ik heb deze week dan ook mijn ontslag gegeven als arrondissementeel secretaris van N-VA Gent-Eeklo. Ook daar is het beter dat iemand anders de fakkel overneemt. Het kost me te veel moeite om me nog in te zetten met de inzet die men van mij gewoon was.
Ik geef toe dat er nog een reden meespeelt. Sinds enkele maanden ben ik geroepen als raadgever in het presidium van de gemeente Gent in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Onze kerk – ook wel de mormoonse kerk genoemd – heeft geen betaalde clerus. Het zijn allemaal leken die taken vervullen ten dienste van hun medegelovigen.
De taak die ik nu heb opgenomen is een belangrijke stap in mijn leven die gewoon een verder zetting is van het dienstbetoon dat ik als idealist ook in de politiek heb willen volbrengen. Ik vind dat ik zoveel gekregen heb in mijn leven, dat het mijn taak is om iets terug te geven. 20 jaar heb ik dat gedaan via de politiek, hoewel dat soms heel moeilijk