Browsing "In Vlaanderen"
mei 2, 2015 - In Vlaanderen    No Comments

Belasting op vermogens? Begin bij de vakbonden.

Wie vandaag de krant las of nieuwssites bezocht, kon niet naast het bericht kijken dat de socialistische vakbond 60 delegées op studiereis heeft laten gaan in Cuba, meer bepaald in een vijfsterrenhotel in een gekend vakantieoord.

 

Ik blijf me ergeren aan vakbonden die aan niets of niemand verantwoording verschuldigd zijn. Ze hebben geen rechtspersoon, je kan ze niet voor de rechtbank dagen. Ze hebben enkel rechten, geen plichten.

Ze zitten op enorme kapitalen. Ze verdienen handenvol geld aan werklozen omdat ze betaald worden om deze administratie op zich te nemen. Er wordt altijd beweerd dat ze daar geen winst op maken, maar waar halen vakbonden dan de enorme massa’s geld waarmee ze zelfs banken oprichten en beheren, enorme campagnes opzetten en dus zelfs leden op vakantie laten gaan?

 

De vakbond roept dat vermogens belast moeten worden, maar hoe zit het met hun vermogen. Volksvertegenwoordiger Peter Dedecker probeert al langer de financiële knoeiboel rond het ACV in kaart te brengen. Als een bijzondere belastingsinspectie zegt dat ze maar 60 miljoen kan belasten omdat de rest verjaard is, wil dat zeggen dat er nog veel meer is.

 

Kortom, als 1 mei de feestdag van de socialisten en de vakbonden is, laat 2 mei dan de dag worden waarop alle werkende mensen, zowel werknemers als bedrijfsleiders, profijt kunnen doen aan vakbonden die transparant en verantwoordbaar zijn. Laat ons belastingen heffen op hun vermogens. Dat kan pas eerlijk gebeuren als vakbonden transparant moeten zijn over hun vermogen. Laat het rekenhof hun boeken doorlichten elke tweede mei. Dan pas kunnen we echt feesten.

apr 16, 2015 - In Vlaanderen    No Comments

Intercommunales moeten geen vennootschapsbelasting betalen

De laatste dagen gonst het in de pers dat onze elektriciteit, water en huisvuilzakken duurder zullen worden omdat de federale regering besliste dat intercommunales voortaan vennootschapsbelasting moeten gaan betalen. Deze intercommunales lieten prompt weten dat ze deze “kost” zullen doorrekenen aan hun klanten.

 

Als bedrijfsleider vind ik die redenering raar. Ik beschouw belastingen niet als een kost. Meer nog, ik ben enkel vennootschapsbelasting verschuldigd op mijn winst. Winst die bestaat uit het overschot van inkomsten min kosten. Belastingen worden dus berekend op wat er overblijft nadat je de kosten hebt betaald.

 

Er is dus een heel simpel systeem om geen belastingen te moeten betalen. 33% van 0 euro winst is 0 euro belastingen. En moet een intercommunale winst maken? In mijn ogen is een intercommunale iets in de aard van een vzw. Het is een samenwerkingsverband tussen gemeenten om een gemeentelijke taak gezamelijk uit te voeren en zo via schaalvoordelen een lagere kost te hebben. In die doelstelling lees ik niks over de noodzaak van winst te maken.

 

Natuurlijk gaat het in werkelijkheid anders. In Knesselare betalen we al jaren veel te veel bijdragen aan IVM waardoor IVM jaar na jaar grote overschotten boekt. Om maar één voorbeeld te noemen. Dat is geld die aan de democratische controle van de gemeenteraad onttrokken wordt, meer bepaald aan de controle van de oppositie. Want die spaarpotten worden beheerd door de intercommunales zelf, die op hun beurt bestuurd worden door vetbetaalde directies en bestuurders, aangeduid door meerderheden en steunend op vette zitpenningen, leuke cadeau’s en smeuiige diners na afloop van bestuursvergaderingen waar het gemeenteraadslid in kwestie in al zijn onkunde maar meestemt met wat die vetbetaalde directeurs aandragen.

 

Voor mij kan het simpeler: als de afvalintercommunale 1 miljoen kosten heeft aan de afvalverwerking en 1,2 miljoen bijdragen factureert aan de gemeenten en nog eens 0,5 miljoen verdient aan afvalverwerking van bedrijven, dan is er een winst van 0,7 miljoen. Wel, dan moeten ze maar een creditnota opmaken aan  de gemeenten voor dat bedrag. Resultaat: minder kosten voor de gemeenten en minder belastingen voor hun burgers. En ook geen vennootschapsbelasting voor de intercommunale.

 

Dus in plaats van meer aan de burger aan te rekenen, wordt het tijd om net minder te rekenen.

apr 6, 2015 - In Vlaanderen    No Comments

Ben ik een relatieve kunstracist?

Die vraag houdt me nu al een tijdje bezig. Ik ben iemand die principieel tegen wetgeving is die meningen wil controleren. Vrijheid van mening is absoluut, de vrijheid om ze te uiten is al iets minder absoluut, maar moet naar mijn inziens toch zo ruim mogelijk geïnterpreteerd worden. Het is pas mis als er daden uit volgen die onze maatschappij als onaanvaardbaar beschouwd dat er moet opgestreden worden, naar mijn mening.

 

Vanuit dat standpunt kan ik al duidelijk zeggen dat oproepen tot discriminatie – waarbij zowel de oproep als het gevolg beiden een daad zijn, zeker strafbaar moet zijn. Of het hebben van een racistische mening strafbaar moet zijn? Neen, zeker niet. Moet het uiten van die mening strafbaar zijn? Moeilijke vraag.

 

Alles wordt nog veel moeilijker als we eerst naar de basis gaan: wat is racisme? En daar komt de kat op de koord: het begrip racisme, de definitie ervan, is alvast relatief, zeker tegenover de tijd en volgens mij ook volgens de omstandigheden.

 

Het is alvast niet zo dat omdat iemand die zichzelf tot slachtoffer verklaart of beschouwt roept dat het racisme is, dat het zo is. Volgens mij zit daarin de nuance die Bart De Wever terecht probeerde te duiden en die ik met hem deel. Racisme is relatief in die zin dat niet alles wat beticht wordt van racisme, dat ook is. En dat is, sorry dat ik het zeg, soms, ten dele, of soms helemaal te wijten aan de geviseerden.

 

Laat ik een voorbeeld geven… Ik zoek nog steeds bijkomend personeel om mijn bedrijf te laten groeien. Voor de meeste functies is dagelijks mondeling en schriftelijk contact met de klanten nodig, vaak in stressvolle situaties waarin taal en haar nuances belangrijk (kunnen) zijn. Aangezien het merendeel van mijn klanten Vlaams spreekt, verwacht ik niet minder dan dat mijn personeel die taal spreekt op het niveau van “buitenmatig goed” tot “moedertaal”.

Als ik dan een sollicitant voor me heb, die dat niveau niet haalt, is er een basisvoorwaarde onvervuld om aangeworven te worden. Of die kerel nu Zjos van Aaaaantwaerpen noemt, of Djzadabillah van hetzelfde Aaaaantwaerpen, maakt me niet uit. Zowel Zjos als Djzadabillah zullen een njet krijgen als ze de taal niet spreken.

 

Als op dat moment Djzadabillah roept dat ik een racist ben, ben ik dat dan ook? Ben ik racistisch omdat bij Djzadabillah als eerste vraag peil naar zijn talenkennis? Of ben ik dan gewoon door feiten en ervaringen redenerend aan het peilen naar een tekort dat ik vaker tegenkom bij een bepaalde bevolkingsgroep, met name een onvoldoende kennis van onze taal?

Als dat racisme is, dan kan ik niet anders dan schuldig pleiten. Maar ik meen van niet. Als ik Djzadabillah per definitie uitsluit omwille van zijn afkomst en hem niet eens de kans geef zijn taalniveau te komen bewijzen: ja, dan ben ik een discriminant en stel ik een daad, waarvan deze maatschappij het recht heeft die strafbaar te beschouwen.

 

Maar Bart De Wever heeft gelijk dat de term “racisme” te vaak gebruikt, zelfs misbruikt is, door mensen die hun tekortkomingen daaronder willen verschuilen. En ja, het zal ook wel zo zijn dat die tekortkomingen er kunnen gekomen zijn als gevolg van racisme, maar langs de andere kant geloof ik dat onze maatschappij in Vlaanderen zoveel kansen biedt qua onderwijs, dat wie die kans wil grijpen, ze ook kan grijpen. Ik ben dus iemand die minder medelijden zal hebben dan de gemiddelde socialist met hen die deze kansen niet gegrepen hebben.

 

Als Djzadabillah na zijn mislukte sollicitatie “racisme” roept, dan bewijst hij zichzelf en andere allochtonen een slechte dienst. En dat je deze reactie bovengemiddeld vaker tegenkomt bij bepaalde groepen, zoals Bart De Wever stelt, neem ik ook aan op basis van mijn ervaringen.

 

Wat Abu Zaza betreft: die man heeft wat mij betreft het bovenstaande truukje van misplaatst racisme roepen tot kunstvorm verheven. Aangezien kunstliefhebberij subjectief is, staat het me vrij die kunst niet te appreciëren. Misschien ben ik dus ook een kunstracist?

 

jan 4, 2015 - In Vlaanderen    No Comments

Euthanasie Van den Bleeken is overlijden van justitie

Frank Van den BleekenVolgende zondag neemt Frank Van den Bleeken afscheid van het leven. Voor wie de achtergrond niet kent: Frank is een zedendelinquent, een recidivist zelfs. Hij erkent zijn probleem, zelfs in die mate dat hij zelf weigert om op parool vrij te komen. Hij beseft zelf dat hij een gevaar voor de samenleving is.

Psychiaters bevestigen dat de man geestesziek is. Hij heeft eigenlijk begeleiding nodig, een behandeling. In ons land zijn er 3900 geïnterneerden: mensen die een misdaad hebben begaan, maar niet uit keuze, wel uit het feit dat ze lijden aan één of ander geestesziekte. Een 1200-tal van hen zitten gewoon in de gevangenis, net zoals Frank, omdat er geen plaats is in gesloten instellingen. In een gevangenis is er echter geen budget noch enige andere voorziening voor psychologische begeleiding.

 

Niet te verwonderen dat Frank daarom lijdt. Hij is ziek en wordt een behandeling ontzegd. Ons land werd al meer dan tien keer veroordeeld omdat het niet voldoet aan een basisrecht zoals opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, namelijk dat noodzakelijk behandeling onthouden mensonterend is. Amnesty schrijft jaarlijks vele brieven voor gevangenen wereldwijd die noodzakelijke behandeling onthouden worden.

 

Voor Frank is het zo ver gekomen dat er maar één uitweg meer is: de dood. Zijn dood is een symbool bij uitstek van het falen van onze justitie. We betalen topbelastingen, maar we krijgen er niet eens een menselijke justitie voor terug. Justitie faalt overal: rechtszaken verjaren, daders ontspringen de dans, fraudeurs krijgen vlot de kans hun straf af te kopen en nu als klap op de vuurpijl moet diegene die zijn probleem inziet zich wenden tot de fatale spuit als uitweg.

 

De dood van Frank is betreurenswaardig. Het is in één klap het overlijden van een justitie die al op sterven na dood was. Dit overheidsapparaat zou beter ook de finale spuit krijgen om vervolgens als een feniks te herrijzen, met een volledig nieuw aangepast Strafwetboek en een modern justitie apparaat.

 

De buitenlandse pers zal hier weer van kunnen smullen. Na het land dat zich ontdoet van doodzieke kinderen, zijn we nu ook het land waar hulpbehoevenden omwille van een falende overheid enkel nog gereguleerde zelfmoord als enige uitweg zien. Als volk zouden we ons komende zondag diep moeten schamen en sorry zeggen: “Sorry Frank dat we je niet hebben kunnen helpen; jouw dood is onze schuld.”

 

jan 3, 2015 - In Vlaanderen    3 Comments

Kenmerk van een dictatuur

Eén van de kenmerken van een (beginnende) dictatuur is het beknotten van de vrije meningsuiting, die wat mij betreft één van de fundamentele vrijheden is in een democratie en gewaarborgd door de universele rechten van de mens.

Men kan discussiëren of dit een totale vrijheid dan wel een relatieve vrijheid moet zijn. Mag alles gezegd worden? Of is dit een vrijheid die ergens grenzen heeft? Ik vind dat men het recht op vrije meningsuiting best zo breed mogelijk interpreteert. Er is het klachtmisdrijf laster en eerroof ter bescherming, maar men moet hier voorzichtig mee omspringen. Een mening, hoe verwerpelijk ook, blijft een mening en mag wat mij betreft geuit worden.

 

Verwerpelijke meningen moet men weliswaar bestrijden met correcte ideeën, met open discussies en degelijke argumenten. Maar niet met ze te verbieden. Een mening is een uiting van een gedachte en gedachten kan men niet verbieden. Als ze gaan sluimeren in het verborgene, zijn ze veel gevaarlijker.

 

Ik ben dan ook altijd alert als er ergens tekenen zijn van een overheid die deze vrijheid begint te beknotten, meestal in de naam van de democratie of althans in naam van de bescherming van de democratie. De Belgische overheid kan er al wat van: tal van meningsuitingen zijn reeds verboden in onze maatschappij.

 

Wat moeten we echter denken van een bestuur dat zelf regels uitvaardigt waarin het verboden wordt dat bestuur te beledigen? En dat bestuur is niet enkel betrokken partij en wetgever, maar ook wetgever? Enkel in een banenenrepubliek? Neen, het is vanaf heden zo in de PS-republiek Doornik. Daar mag je de burgemeester en schepenen niet meer beledigen op sociale media of je krijgt een GAS boete.

Dus voor alle duidelijkheid: de gemeentelijke overheid is er tegelijk betrokken partij, wetgever en rechter. Sorry, maar voor zijn dat alle kenmerken van een dictatuur in één verenigd.

 

Daarom dat ik er ook tegenin ga. Ik heb vandaag het volgende op twitter gezet:

Ik ben echter een gezagsgetrouwe burger dus heb ik mezelf aangegeven:

Ik hoop dat men mij een GAS-boete gaat geven. Dan heb ik een reden om dit reglement aan te vechten. Want volgens is dit echt een brug te ver en hoop ik dat er organisaties zijn die met mij zullen strijden voor het echte behoud van onze echte vrijheden.

 

dec 14, 2014 - In Vlaanderen    No Comments

Het ultieme bewijs dat de stakingen geen draagvlak hebben

Gisteren schreef ik het volgende op mijn facebook:

Het feit dat je als vakbond werkwilligen en bedrijven moet blokkeren, toont aan dat slechts een minderheid wil staken. Immers, indien een meerderheid zou willen staken, heb je geen blokkades nodig om alles stil te leggen. Blokkades zijn dus het bewijs dat je als minderheid je wil aan een meerderheid wil opleggen. De meerderheid heeft deze regering gekozen en steunt ze nog steeds. QED.

 

Voor mij is dat een evidentie. Moest er een enorm draagvlak zijn, dan zou er massaal gestaakt worden. Voldoende om een signaal te geven en bedrijven plat te leggen. Dat er nu harde woorden vallen vanuit de vakbonden en dat die overal wegversperringen en blokkaders moeten opwerpen, is er enkel omdat ze weten dat als men gewoon het recht op staken uitoefent, er weinig signaal zou zijn want dat er weinig zou te merken zijn behalve misschien bij die paar sectoren die al staken van zodra ze de letters “ST” horen.

 

Het ultieme bewijs dat er geen draagvlak is voor deze harde vakbondsacties, kreeg ik via facebook. Twee vrienden, dames met een behoorlijke geschiedenis en levenswijsheid, gepokt en gemazeld in de vakbonden, gaven te kennen dat ze het nu niet eens zijn met de vakbonden. Deze twee dames staan op hun achterste poten als ik weer een fulmineer tegen de socialisten. Dan raak ik heb duidelijk in hun hart. Zij hebben militant geweest in periodes dat vakbonden echt nodig waren en eigenlijk terecht dat ze zich op dat verleden beroemen. Maar ook zij vinden het verkeerd wat er nu gebeurt. Beiden vertellen dat “in hun tijd” het recht op staken nooit het recht op werken in de weg mocht staan. Zij stelden piketten op om anderen te overtuigen mee te staken, maar wie wilde werken, werd doorgelaten.

 

Het feit dat net deze twee dames nu instemden met mijn facebook post, is voor mij het bewijs dat er geen democratisch draagvlak is, zoals Bart De Wever nog fijntjes aanhaalde deze morgen in De Zevende Dag. De meeste mensen beseffen dat er goede tijden en slechte tijden zijn en dat als we ooit terug goede tijden willen, we nu wat zuiniger moeten zijn. De vakbonden lijken voor iets anders te strijden, iets wat we niet snappen, een verborgen agenda.

Want ook de studiediensten – diensten die vroeger knappe koppen met moed zoals Jean-Luc Dehaene voort brachten – van de vakbonden moeten beseffen dat de miljoenen (meer dan een miljard misschien al) die verloren zijn gegaan door de staking, binnenkort bijkomend bespaard moeten worden. Intussen staken we onze economie kapot.

 

Ik vrees dat de vakbonden en het socialisme aan de top daarvan, een pervers spel speelt. Zij zijn pakken kiezers kwijt omdat ze in de vorige eeuw de arbeider de kans hebben gegeven middenklasser te worden. Hun enige winst zit er in om terug een pak hulpbehoevende kiezers te creëren, zodat de oude tegenstelling tussen patroons en arbeiders kan ingevoerd worden. Enkel links spint garen bij het oprakelen van de tegenstellingen (“N-VA komt enkel op voor 1% van de rijksten” – belachelijke uitspraak want die 1% van de rijksten hebben dan blijkbaar wel 30% van de stemmen en volgens mij is het cijnskiesrecht mede door de socialisten reeds vorige eeuw afgeschaft) om zo terug een proletariaat in het leven te roepen dat van hen afhankelijk is.

De salonsocialisten zien hun eigen macht en rijkdom bedreigd door het feit dat ze niemand meer hebben om onder de knoet te houden. Hoewel het socialisme in wezen een mooie stroming is (als christen zal ik altijd opkomen voor gelijkheid en een ondersteuning van de zwakkeren in de maatschappij), grijpt links naar harde maatregelen om hun gelijk te behouden om het moment dat ze het behalen en dus overbodig worden. Kijk maar naar de USSR…

 

Ik vind vandaag niemand meer in mijn kenissenkring die zegt begrip te hebben voor de stakingen. Iedereen heeft er schrik van, ondervindt er last van en vooral, vindt ze niet nodig. Kunnen de vakbonden dan nog eisen dat hun eisen worden ingewilligd of zitten we op een revolutie van elitair links te wachten zodat de kameraden een partijbureau kunnen installeren van waaruit de “democratie” hun richtlijnen heeft op te volgen, zoniet moet ze opstappen voor de volgende “democratisch” verkozen regering?

 

Intussen zal ik de dag morgen gebruiken om mijn kinderen, die noodgedwongen thuis moeten blijven (en ik weliswaar geen cent minder belastingen moet betalen hoewel de dienstverlening van de overheid om mijn kinderen op te vangen en te onderwijzen weer eens geschorst wordt), uit te leggen dat hun meesters en juffen staken voor hun eigen za(a)k.

 

Open brief aan Klavertje Vier

Beste leerkrachten en ander schitterend personeel van basisschool Klavertje Vier,

 

klavertje vierIk hoorde vandaag dat jullie overwegen om te staken op 15 december, maar dat jullie nog in tweestrijd zijn. Met deze brief wil ik jullie helpen de beslissing te nemen. Laat ik duidelijk zijn in mijn advies: staak niet.

Ik geef jullie daarvoor drie redenen.

 

De eerste reden kan ik gewoon ophalen in mijn open brief ik die jullie schreef in december 2010. Het is economisch niet interessant om te staken, als jullie met de staking willen aangeven dat het Vlaamse onderwijs (terecht) niet de middelen krijgt die ze nodig hebben.

 

De tweede reden is omwille van jullie pedagogische autoriteit. Als jullie staken, leren jullie de kinderen in jullie klas dat als je je zin niet krijgt, je best gewoon zegt “dan doe ik niet meer mee”. Om jullie dus veel problemen te besparen in jullie klas en jullie autoriteit op peil te houden – wat de dag van vandaag al een moeilijke taak genoeg is – adviseer ik jullie dus om niet te staken.

 

Maar de derde en belangrijkste reden zal ik in vraagvorm stellen: zijn de kinderen in jullie klas enkel het lijdend voorwerp van jullie job en bijgevolg dus louter het medium via hetwelke jullie je gerechtigd loon verdienen of zijn ze voor jullie het voorwerp van jullie liefde, affectie en toewijding waarmee jullie ze klaar stomen om waardevolle burgers in onze maatschappij te worden?

In dat laatste geval: gelieve niet te staken. Ik weet dat het niet leuk is dat we allemaal moeten inleveren, maar net zoals in mijn vorige open brief kan ik er toch op rekenen (sic) dat jullie als onderwijzend personeel voldoende noties van wiskunde en economie hebben om te beseffen dat een organisatie waar meer wordt uitgegeven dan verdiend gedoemd is om ten onder te gaan? Per slot van rekening is dat in wezen de reden waarom jullie in de eerste plaats willen staken niet, om voldoende inkomende middelen te behouden in de organisatie die jullie zelf zijn…

 

Gelieve dan even stil te staan bij het feit dat onze sociaal welvarende staat boven haar stand heeft geleefd en dat niet langer aankan. Het is nooit leuk iets te moeten afgeven wat reeds verworven was, maar als de afgifte bestemd is om niet meer te verliezen, what is then the greater loss (even er van uitgaand dat jullie ook voldoende talenkennis hebben)?

 

De middenvinger

 

Kortom, ik wil jullie er eens op wijzen dat als jullie staken, jullie in wezen jullie middenvinger opsteken tegen die kinderen die jullie dagelijks naar best vermogen proberen klaar te maken voor morgen. Voor welke morgen? Een toekomst die er veel minder welvarend uitziet dan nu…? Wat met het argument “jullie moet nu goed leren om later een goede job te hebben” als jullie nu zelf ondermijnen dat er morgen nog een job is?

 

Denk er ook aan dat de generatie die daar nu voor jullie zit en waar jullie zo schitterend zorg voor dragen – waar ik zoveel bewondering voor heb dat jullie dit doen -, later de generatie is die voldoende inkomsten moeten genereren om jullie te laten genieten van een pensioen dat liefst niet pas ingaat op jullie 75ste. Met andere woorden, als jullie staken, steek je ook je middenvinger op naar mekaar en naar jezelf. Want als jullie nu het sociaal herverdelingsmechanisme aanvallen, riskeer je dat de toekomstige generatie helemaal niet meer solidair wil zijn met de vorige generatie die de toekomst voor hen heeft uitgehold door het creëren van een onverwachtwoorde schuldenput.

 

De krekel en de mierKortom, het is misschien eens het moment om op een andere manier dan met een verlengd weekend zaken duidelijk te maken. Geef die dag les, maar geef les op het juiste niveau van hoe we voor mekaar zorgen. Ga aan de slag met het verhaal van de krekel en de mier en toon dat jullie mieren zijn en geen krekels. Die kindjes voor jullie zijn de mieren die mee voor jullie moeten zorgen later; leer hen dus voor jullie eigenbelang om geen krekels te zijn. Spendeer die dag eens niet aan de dagelijkse lessen, maar zoek een manier om eens op hun niveau uit te leggen wat het spreekwoord “de tering naar de nering” zetten betekent. Ga eens op bedrijfsbezoek die dag en toon hen hoe belangrijk het is dat we ondernemers hebben in onze maatschappij. Laat hen allemaal een tekening of een opstel maken voor papa, mama, de burgemeester, de koning, de minister, waarin ze op hun manier duidelijk maken dat we voor mekaar moeten zorgen. En voor de durvers: maak ook een tekening voor de vakbonden.

 

Als jullie dat doen, bereiken jullie veel meer dan met een dag niks te doen. Wil je een goede toekomst, steek dan de 15de december de handen uit de mouwen om de volgende generatie duidelijk te maken dat jullie nu met hen inzitten. Dan zullen zij hopelijk diezelfde bezorgdheid met jullie delen in jullie gouden jaren.

 

nov 15, 2014 - In Vlaanderen    3 Comments

Zwarte Piet is van ons

Het heeft lang geduurd, maar de discussie omtrent Zwarte Piet barst, net nu de goede Sint in ons land aankomt, ook hier los. Abou ZsaZsa – naamgenoot van een maffiafiguur uit The Godfather – heeft de kat de bel aangebonden. Dat die man zichzelf eindelijk een job heeft aangemeten, namelijk van die beroepsoproerkraaier, is een goede zaak indien hij daarmee geen sociale fraude pleegt en voldoende sociale lasten afdraagt. Beter zo dan als gastarbeider te gaan werken in Syrië of zo.

 

Wat ik veel ergers vind, is dat een instituut zoals het Centrum voor Racismebestrijding, zich aansluit bij die strijd. Multiculturalisme heeft een heel rare vorm aangenomen. Het komt er op neer dat we alsmaar meer moeten afstappen van wat tot onze Vlaamse cultuur behoort. We reageren allergisch op alles waar een kruisje hangt, klokken mogen niet meer luiden, humor moet politiek correct zijn, nergens mag aanstoot aan genomen worden.

Voortaan hoort Zwarte Piet in dat rijtje thuis. Het belachelijke is eigenlijk dat de klagers er zelf een racistisch onderwerp van gemaakt hebben. Ik heb altijd geleerd dat Zwarte Piet gewoon zwart ziet van het roet in de schoorstenen. Waarschijnlijk is de grotere welvaart met meer centrale verwarming en vloerverwarming de echte boosdoener dat de nieuwe lichting volwassenen niet meer bekend zijn met het concept van de schoorsteen en het bijhorende roet. Daarom dat ze plots van Zwarte Piet een neger hebben gemaakt die volgens hen dan automatisch in onze ogen in een domme knechtenrol thuis hoort. Over interpretatie gesproken: wie het zegt, is eigenlijk wie het denkt.

 

Tegelijk is er de andere kant van het multiculturalisme. Wij moeten wel aanvaarden dat schapen slachten zonder verdoving nu eenmaal tot hun cultuur hoort. Net zoals de weigering tot het geven van een hand aan een vrouw of het aanvaarden dat vrouwen zelf kiezen hoe kort hun rok is en niet als een gesluierde knecht moeten rondlopen.

 

Dit multiculturalisme is gedoemd tot mislukken. Dit is geen zaak van verschillende culturen die gaan samenleven. Dit is gewoon objectief vast te stellen dat de ene heersende cultuur moet wijken voor een nieuwe inwijkende cultuur. Het zijn zaken als dit die geen bestrijding van het racisme zijn, maar eerder een aanwakkering. Het Centrum voor Racismebestrijding zou beter eens twee keer nadenken voor ze zich in deze strijd werpen. Het zou immers wel eens kunnen dat wat ze bestrijden, eerder helpen aanwakkeren. Want dit kan wel eens een brug te ver worden, als mensen gaan beseffen dat we alsmaar meer schrik moeten krijgen om onze cultuur te beleven.

 

Ik had vandaag de indruk dat er minder volk was bij de intrede van de Sint en dat er een zekere spanning hing in Antwerpen. Naar verluidt is het in Nederland in sommige steden veel erger en is de spanning te snijden. Dit gaat niet langer om de strijd om een racistisch symbool, dus is de strijd die start door de clash tussen verschillende culturen, waarvan de ene wijkt en de andere strijdt.

Het sleutelwoord dat mist om multiculturalisme een echte kans van slagen te geven, is respect. Cultuur bestaat uit symbolen, die soms al lang niet meer louter de betekenis hebben van uit hun ontstaan, maar puur een folkloreplaats hebben in onze cultuur. Als je die zaken gaat aanpakken, dan raak je aan de identiteit van de mensen. Dan moet je niet verwonderd staan dat 40% van de kiezers gaat stemmen op een partij die niet racistisch is, maar wel duidelijk opkomt voor de eigen identiteit.

Enkel met respect voor elkaars cultuur, kunnen ze samenleven. Maar zolang één cultuur verschillende normen hanteert en zichzelf als de norm boven de andere stelt, wordt dat onmogelijk. En respect voor de ander, begint altijd bij jezelf.

 

mei 23, 2014 - In Vlaanderen    No Comments

Mijn stem op 25 mei 2014

Een paar weken geleden was ik er nog van overtuigd dat ik voor de eerste keer in mijn leven niet zou gaan stemmen of dat ik zou gaan, maar dan een blanco stem zou gaan indienen. Geen enkele partij sprak me hard genoeg aan om me te motiveren.

Inmiddels heb ik deze week beslist dat ik wel een stem ga uitbrengen. Het is eigenlijk de eerste keer in mijn leven dat ik er hard heb moeten over nadenken. Het wordt een stem voor N-VA: dit lijkt misschien voor jullie een evidentie, maar geloof me, dat was het zeker niet.

De partij heeft me serieus teleurgesteld in de ethische kwestie omtrent euthanasie op kinderen. Ik ben daar vierkant tegen, zowel om geloofsredenen als om maatschappelijke redenen. Ik vind het spijtig dat N-VA net in zulk standpunt perse progressiever wil zijn dan de linkse partijen.

Maar als ik me moet laten leiden door ethische keuzes, dan is er gewoon geen enkele partij die nog opkomt voor de waarde van het leven. Geen enkele partij trekt ten strijde tegen euthanasie en tegen abortus. Tenzij dan het Vlaams Belang maar echt christelijk kan je hun standpunten ook niet noemen. Tenslotte heb ik zelf ondervonden dat ze trouwens niet alleen onverdraaglijk zijn tegen migranten, maar ook andere christenen (lees: niet-katholieken) belachelijk maken en uitstoten.

Dus moest ik eens opnieuw nadenken met uitsluiting van de ethische kwesties. Als ondernemer komt het economisch programma dan op de eerste plaats. Ik denk dat je als ondernemer per definitie altijd een liberaal bent, hetzij links-liberaal hetzij rechts-liberaal.

Ik geloof sterk in een liberalisme met een sociale correctie. Een maatschappij die zorgt voor de zwakkeren, maar dat doet door solidariteit die enkel betaalbaar blijft indien iedereen op verantwoorde manier deelneemt aan dit systeem. Profiteurs maken het systeem kapot en die blijvend ondersteunen, ondermijnt het sociale systeem.

Linkse partijen zijn wat mij betreft dus uitgesloten. Groen is de kleur die ik krijg als ik hun programma lees. Ik vraag me af of die ons allemaal in stadsgetto’s willen dumpen en de dorpen afbreken ten voordele van de flora en fauna. Ik vraag me af of die partij hun kleur hebben gekozen omdat het past bij het feit dat ze wie dat werkt en onderneemt groen willen laten betalen aan belastingen.

SP.a komt er bij ook niet in. Ik vind socialisme op zich fantastisch, maar het socialisme hier in Vlaanderen is een salonsocialisme geworden. Die partij komt zogezegd op voor de zwakkeren, maar ze wil hen zwak en afhankelijk houden. Socialisten die succesvol zijn, heffen eigenlijk hun eigen kiespubliek op. Siegfried Bracke had gelijk als hij stelde dat de vakbonden de mensen niet aan het werk willen krijgen, maar werkloos willen houden. Daar krijgen ze geld voor. Die stelling verkondig ik al jaren. En wie nog twijfelt moet maar eens het dossier van Electrawinds uitpluizen of “De Keizer van Oostende” lezen.

Dus moet ik naar de andere partijen kijken. Bij CD&V blijf ik altijd een dubbel gevoel hebben. het is een partij die verkleefd is aan de macht. Er zitten goeie mensen bij en hun programma is best wel te pruimen, maar ze gaan plat op de buik. Enerzijds, anderzijds, het blijven tsjeven en dat heb ik van dichtbij meegemaakt dat een woord niks betekent in die partij. “Wie gelooft die mensen nog?”, zeker na hun bedrog van Opgrimbie tot De Panne. Hun beloften “geen Vlaamse minderheid meer” heb ik nog eens gelezen, om dan hen het tegenovergestelde te zien doen.

Van nature zou ik mij eigenlijk het best moeten voelen bij de Open VLD, maar die zijn zo naar links opgeschoten, dat ze soms dichter bij SP.a lijken aan te leunen dan bij het echte liberalisme. Hun deelname aan Di Rupo kan je echt niet ondernemingsvriendelijk noemen, laat staan aangenaam voor de werkende mens. Zo lang als da joenk rondloopt, zijn het eveneens tsjeven die gaan voor postjes, zelfs al moeten ze er een burgeroorlog voor ontketenen.

Door eliminatie ben ik dus bij N-VA terecht gekomen en heb ik eens goed nagedacht of er zaken zijn die me toch zouden tot blanco te brengen. Hun standpunten over de welvaartsstaat Vlaanderen spreken me echter nog altijd aan. Samen werken aan een betaalbare verzorgingsstaat, is een haalbare en geloofwaardige kaart.

Persoonlijk denk ik dat de houdbaarheidsdatum van Bart De Wever voorbij is. De bochten die de partij de afgelopen weken nam, de standpunten die ze verkondigde, heeft mij dikwijls doen fronsen. Ja, ik ben het eens dat het profitariaat uit ons sociaal systeem moet, maar het moet menselijk blijven. Een campagne is nu niet altijd de plaats om veel nuances aan de dag te leggen, maar de communicatie was de afgelopen weken echt ongelukkig. De campagne had voor N-VA beter twee weken korter geweest.

Maar het programma spreekt me wel aan, ondanks sommige onduidelijkheden. De basis echter lijkt me een stevig fundament te brengen voor de toekomst.

Wat me echter over de streep heeft getrokken, is de houding van de andere partijen. Ze hebben allemaal eigenlijk hetzelfde programma: niet met de N-VA. Met andere woorden, terug verder doen met Di Rupo en het zelfs nog erger maken door de Groenen aan boord te nemen. Als dat gebeurt, is dit echt geen land meer om te werken en te ondernemen; de beloning zit dan aan de kant van de krijgers en niet van de gevers.

Zo’n land wil ik niet. Ik zie nu al Johan Vande Lanotte pleiten om Groen aan boord te nemen, ik zie Open VLD verklaringen afleggen die enkel betekenen dat ze het huidig beleid willen verder zetten en CD&V: die doen mee met wie met hen het meeste geeft.

Kortom, het komt inderdaad neer op de keuze: willen we het PS-model voor Vlaanderen of niet?

Willen we dat de Franstalige minderheid hun keuzes en hun oplossingen opleggen aan de rest van het land? De uitspraak van Reynders dat men de verhoging van de belasting op bedrijfswagens als liberale partij goedkeurde, enkel was omdat het toch voor 80% door Vlamingen werd betaald, zegt me genoeg hoe zij eigenlijk Vlaanderen als een kolonie bekijken.

Kortom, alle partijen samen hebben duidelijk gemaakt dat een stem die niet voor de N-VA een stem voor verderzetting van Di Rupo is. Met andere woorden, een stem tegen Di Rupo is enkel mogelijk door op N-VA te stemmen.

Wie krijgt een rood bolleke?

Nu moet ik dus nog kiezen op wie ik ga stemmen. Ik begin met de lijst voor het Vlaams Parlement.

Sommige mensen ken ik persoonlijk en als mensen vind ik hen meestal wel gezellige kerels, maar ik kan me soms niet verenigen met hun keuzes. Dus die vallen al af. Dus kijk ik voornamelijk naar de positieve punten die me aanspreken bij de namen.

Ik probeer ook meestal voor mensen te kiezen die in de buurt wonen, maar dan ga ik zeker niet kiezen voor iemand die hier aan mijn tafel is rechtgestaan tijdens een cruciale vergadering over de gemeenteraadsverkiezingen en regelrecht heeft gezegd dat ze niet op een N-VA lijst wilde opkomen en tegelijk enkele andere kandidaten belachelijk maakte.

Als ik de lijst doorneem, blijf ik stilstaan bij Sabina De Craecker. Een vrouw met het hart op de juiste plaats. Geen doordrammer, maar iemand met goede motivatie. Iemand die tot een eerlijke discussie in staat is en waarmee ik het eens kan zijn om oneens te zijn.

Voor de rest zijn er op de Vlaamse lijst niet veel meetjeslanders te vinden en spijtig genoeg heb ik van niemand de vraag gekregen om op hen te stemmen. Ik heb geen enkele brief gekregen en niemand die de moeite nam om mij te overtuigen. Dus de rest krijgt mijn stem daarom niet.

Bij de Kamer gaat het iets makkelijker. Daar is iemand die tenminste mij een mailmerge heeft gestuurd om mijn stem te vragen: Peter Dedecker. Ik ken Peter al lang en is de enige die ik op dit moment de minister van ICT zou willen zien worden. Zijn acties in het parlement betreffende mijn vakgebied kunnen voor 80% mijn goedkeuring wegdragen en hij doet de moeite om naar de sector te luisteren. Ook zijn inzet in het Arco-dossier verdient een pluim en dus mijn stem. En meer nog: ik hoop nog altijd dat hij mij toch eens een gesigneerd exemplaar van zijn boek bezorgt.

Uit sympathie krijgt ook Rufy Baeke mijn stem. Hij is een vriend en we verschillen grondig van mening over ethische kwesties en ik vind soms dat hij nogal eentonig uit de hoek komt omtrent gezondheidszorg, maar ik ken hem voldoende om te weten dat hij een idealist is en op de lijst staat en aan politiek doet om dezelfde redenen waarom ik dat 20 jaar heb gedaan.

Voor de rest heeft ook niemand de moeite gedaan om zich te laten zien in Knesselare of om een brief of email te sturen, dus die kunnen een stem vergeten; ook al diegene die ik persoonlijk ken want van hen neem ik het nog kwalijker.

Voor Europa is het simpel: Helga Stevens. Zij komt op voor de sociale zaak en geeft de partij een ander inzicht over sociale materies. Persoonlijk vind ik haar kandidatuur wel misplaatst in Europa, want sociale zaken worden bij voorkeur op Vlaams niveau geregeld en ik vind dat ze daar opnieuw moest gaan zetelen. Maar misschien krijgt ze ook de kans om op Europees niveau een aantal sociale zaken aan te kaarten.

Ook de lijsttrekker Johan Van Overtveldt krijgt mijn stem omwille van zijn economische inzichten; hij zit op de juiste plaats in het Europees parlement.

Daarmee is mijn keuze bepaald en zal ik meer tijd voor mijn stemfie hebben.

Veel succes aan alle kandidaten komende zondag.

okt 12, 2013 - In Vlaanderen    No Comments

De telecomwet die zijn doel voorbij schiet

Wie de laatste dagen de media niet totaal genegeerd heeft, heeft al wel gelezen over het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 126 van de wet van 13 juni 2005 betreffende elektronische communicatie. Het gaat om het KB dat bepaalt wat de internet providers moeten bijhouden over ons online gedrag.

Wat ten eerste opvalt is dat er veel nonsens wordt gepubliceerd over wat bijgehouden moet worden. Voor alle duidelijkheid: neen, uw emails worden niet bijgehouden en ook uw surfgedrag niet. Wat wordt er wel bijgehouden: wie met wie emailt en wanneer u online gaat (oa uw IP wordt dus wel bijgehouden). Om het kort samen te vatten: uw gedrag wordt bijgehouden, maar niets inhoudelijk.

Is dit een aanslag op onze privacy? Ja natuurlijk, maar niet meer dan dat we al gewoon zijn. Ons telefoonverkeer is altijd al bijgehouden. Wie met wie belt is altijd al opvraagbaar geweest voor de autoriteiten. De wetgever heeft dit principe gewoon willen uitbreiden naar de nieuwe communicatiemiddelen. Op zich een normaal besluit.

Ik kan zelfs de geest van de wet nog begrijpen: als we terrorisme willen bestrijden, is het nodig om te kunnen nagaan wie met wie contact heeft.

Maar technisch gezien is deze wet gewoon onmogelijk. En dan heb ik het niet over encryptiemogelijkheden zoals sommige “specialisten” al opperden. Die gaan over de inhoud en die wordt niet opgeslagen. Ik heb het ook niet over het tor-netwerk, waarbij je volledig anoniem het internet kan opgaan. Hoewel dat al op zich een effectieve manier is om je gedrag te gaan afschermen.

Neen, de foute redenering zit gewoon dat de wetgever maar een deel van de technologie begrijpt. De wet stelt dat de ISP het emailgedrag moet bijhouden op zijn servers. Logisch, want je kan als ISP gewoon niet gaan “inbreken” op de servers van klanten. Veel bedrijven hebben zelf een mailserver, hetzij intern, hetzij in colocation bij een hosting provider. Er zijn dan ook nog de Virtual Private Servers en de dedicated servers. Zij zijn allemaal uitgesloten van de wet.

De wet richt zich dus op de gmails, de hotmails, de @telenets en @skynets… Private servers vallen niet onder de wet, wegens gewoon technisch onmogelijk.

Dus de georganiseerde misdaad (die de eigenlijke doelgroep is van deze wet) hoeft maar gewoon ergens een VPS te huren en als mailserver te gebruiken, en hun probleem is opgelost.

Dat betekent dat de wet een dode wet is. Datgene wat ze (al dan niet legitiem) wil bereiken, zal ze nooit bereiken.

Maar tegelijk is er een pervers neveneffect. Alle shared maildiensten, al dan niet gratis of bij de commerciële diensten alvast de goedkoopste diensten, vallen wel onder de wet. Als provider zullen we dus van die mensen wel de gegevens moeten bijhouden. Dat kost een hoop geld en die kosten gaan we dus wel moeten doorrekenen in het product.

Dus komt het er op neer dat de email van de brave middenstander duurder wordt door deze wet, zodat het prijsverschil tussen de shared mailbox en VPS mailserver nog kleiner wordt. Diegene die niks misdoet mag betalen, diegene die iets misdoet zal zich niet bedreigd voelen door de wet.

Met andere woorden: dit is een typisch voorbeeld van een wet die zijn doel compleet voorbijschiet en enkel maar kosten en ellende veroorzaakt. En een hoop onnodige paniek.

Pagina's:«1234567...21»