Browsing "In Vlaanderen"
nov 28, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Is de SP een afdeling van de PS?

Als ik dit op VRTNieuws.net lees, ben ik overtuigd van wel.

Onze kustzinnige prof in de basketsport vindt dat het splitsen van Brussel-Halle-Vilvoorde een zaak van de franstaligen is. Ze mogen zelfs zelf hun prijs bepalen.

Onze kustzinnige prof in de basketsport vindt dat het splitsen van Brussel-Halle-Vilvoorde een zaak van de franstaligen is. Ze mogen zelfs zelf hun prijs bepalen.

Arm rood bloed, het Vlaams gevoel is uit uw aderen gevloeid. Nog een kleine stap en de socialistische familie is weer Belgisch-unitaristisch. Ik vond de socialisten verdekke een stuk leuker met onze Limburgse gratis Steve.

Vande Lanotte wil dat de staatshervorming draait rond werkgelegenheid. Precies alsof het ene het andere uitsluit?

Ik heb eerder de indruk dat rooie Johan niet de handschoen durft opnemen tegen Di Rupo, of eerder, niet wil opnemen, aangezien de PS danig verzwakt uit de vele schandalen komt.

Ik ben er ook van overtuigd dat er een strategie achterzit. De SP hinkt te ver achterop bij het huidig succes van de CD&V/N-VA en daarom moet alles wat in de tsjeven-kraam past, al op voorhand afgeschoten worden en vergruisd worden tot verwaarloosbaar en best te ngeeren want van generlei tel.

Slim bekeken van rooie Johan: noem de paradepaardjes van je tegenstander eigenlijk niks waard, negeer ze en weiger er een verkiezingsstrijd om te voeren. De rode achterban moet overtuigd zijn dat wat de CD&V/N-VA belangrijk vindt, dat zeker niet is voor wie zich socialist durft te noemen.

Laat ons hopen dat de groene Vlaamse rand rond Brussel in mei of juni volgend jaar een heel pak minder rood toont, want al wat rood kleurt, is het Vlaamse bloed dat vergoten zal worden tot nagedachtenis van de PS. Ik hoop echt dat heel wat Vlaamse socialisten zullen inzien dat ook zij de plicht hebben om te ijveren voor waar Vlaanderen recht op heeft.

Of is de SP misschien van plan om in BHV met tweetalige lijsten op te komen?

nov 24, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Franstalige olievlek: deinen of golven?

De Morgen en VRTNieuws.net waren er deze week als de kippen bij om professor Kris Deschouwer, politicoloog aan de VUB, te citeren luister[sc_embed_player fileurl=”https://www.davidgeens.be/wp-content/uploads/mp3/20061124-voordedag_vrt061123.mp3″] naar het interview in Voor De Dag van 23/11/06 © VRT). Volgens zijn onderzoek zou er in Halle-Vilvoorde geen toenemende verfransing zijn, althans niet wat het stemgedrag betreft.

Meer nog, volgens zijn cijfers stemden in 1976 14,7 procent van de kiezers op een Franstalige of tweetalige lijst. Dit jaar was dat 14,1 procent.

En nochtans moeten we maar een daguitstap ondernemen naar de Vlaamse Rand rond Brussel om zelf te voelen dat het anders is. Dan moet je zoeken naar een Vlaamse plek in die olievlek.

We weten uit de bevolkingscijfers dat al jaren massaal veel Brusselaars – en dus meestal franstalig – verhuizen naar de meer leefbare rand rond Brussel. Volgens professor Deschouwer bewijst dit dat deze mensen zich aanpassen aan de realiteit in hun gemeente.

Enkel in de faciliteitgemeenten lijkt het anders te zijn. Waarmee dan mijn inziens ook het bewijs geleverd is dat de faciliteiten niet meer dienen om een overgang te geven aan de franstaligen om Vlaams te leren (cfr het uitdovend karakter van de faciliteiten, zoals nu al zo dikwijls in omzendbrieven en arresten van de Raad van State bepaald), maar dat ze leiden tot een uitdeinende gemakzucht. Ja, die gemakzucht waar Yves Leterme een tijdje geleden nog naar refereerde op ironische wijze. Maar in één klap ook een bewijs dat de franstaligen niet te dom zijn: blijkbaar leren ze makkelijk Vlaams als er geen andere keuze is – dat is zeker geen bewijs van enige dommigheid, maar wel van slim realisme.

Het Taal Aktie Komite is het daarmee grondig oneens. Zij hebben enkele cijfers bij mekaar gezet. Hun conclusie is voornamelijk dat de proffen appelen met citroenen vergelijken. In 1976 waren er immers nog tal van tweetalige lijsten die inmiddels naar ronduit anti-Vlaamse lijsten zijn geëvolueerd.

 

In die veronderstelling klopt het natuurlijk als je enkel de zuiver Franstalige lijsten gaat vergelijken met nu. Mijn conclusie daaruit is dat je alvast kan zeggen dat het nu veel meer geradicaliseerd is. Want zo’n tweetalige lijst kan je ook moeilijk pro-Vlaams noemen.

De N-VA is het er ook helemaal niet mee eens. Ook zij halen enkele voorbeelden aan in hun persbericht, meer bepaald de winst van het Union Francophone in de provincieraadsverkiezingen: zij stegen van 6.9% in 2000 tot 8% in 2006. Volgens Vlaams volksvertegenwoordiger Mark Demesmaeker is er dan ook geen sprake van een rem op de verfransing.

Het Vlaams Belang hamert vooral op het punt van de faciliteitengemeenten, wat mij ook zo bezig houdt. Van 60% naar 75% in zes jaar tijd.

Faciliteiten dienen dan ook afgeschaft te worden. Geef dat nog een aantal jaar, maar leg dat bij de regeringsvorming van 2007 gewoon vast in het akkoord rond de splitsing van BHV. Brussel is tweetalig en de rand is dat niet. Punt (point final voor de faciliteitengebruikers onder mijn bloglezers).

Met cijfers kan je veel bewijzen. Ik heb al dikwijls beroepsmatig gezegd dat er al mening statisticus van 2 meter verdronken is in een rivier van gemiddeld een halve meter diep.

Ik vind het wel schrijnend dat de media weer eens dat politieke correcte moeten doen en de domme Vlaming een wijsvingertje voorhouden en zeggen “zie je, het is niet waar dat de rand rond Brussel verfranst, de professor heeft het uitgerekend”.

Alle cijfers ten spijt voel ik zelf goed genoeg dat het Vlaams in de verdrukking geraakt in het Brusselse. Tegelijk moet ik zeggen dat ik bij mijn generatiegenoten die ik vooral beroepsmatig ontmoet, veel meer bereidheid vind om mij eveneens in het Nederlands te antwoorden dan pakweg vijf jaar geleden.

Daarom treed ik de stelling bij dat het niet om pure onwil en zeker niet om onkunde gaat, maar eerder om gemakzucht. Maar als een Vlaming aan iets waals raakt, staat het rode achterland op zijn poten. Omgekeerd wordt het vergoeilijkt.

Sorry, maar ik geloof dat de franstalige vlek zeker niet stagneert. Ze deint niet overal even spectaculair uit, maar er is toenemende verfransing. En als Vlaming kom ik op voor ons grondgebied en zeg ik “assez, hier is de grens”.

nov 21, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Eigen jobs eerst – Vorst slaat vroeg toe dit jaar

Het leed dat duizenden gezinnen treft door het debacle in Vorst (je kan het volgen op de voet op de site van Het Nieuwsblad met hun speciale pagina), doet een mens wel eens stil staan bij een aantal feiten.

In de eerste plaats wil ik – voor ik verder ga – zeggen dat mijn hart bloedt bij dit sociale leed en dat dit de reden is waarom ik me hieronder over een aantal zaken opwindt.

Zoals eerder deze week reeds in de editoriaal van Het Laatste Nieuws te lezen stond, is Europa duidelijk maar een héél dun laagje geworden. De beslissing van de VW directie is duidelijk uiterst nationalistisch te noemen. De productie van de Golf gaat naar de fabriek in Wolfsburg, die per geproduceerde eenheid duurder is dan Vorst. Economische motieven kan je het dus moeilijk noemen.

De gevolgen zijn wel puur Belgisch. Ook hier in de buurt werken er mensen die in toeleveringsbedrijven werken. We spreken over een totale tewerkstellingsverlies van 13.000 banen. 13.000 gezinnen, dus ruwweg 40.000 mensen worden hierdoor getroffen.

Het Vlaams Belang kan zich in de handen wrijven: als tegenreactie op een “eigen jobs eerst” beslissing vanuit Duitsland, zal ook het “eigen volk eerst” aanhang vinden bij tienduizenden Vorst-slachtoffers.

Ik ben altijd pro-europees geweest, maar nu kan ik het effe ook niet meer verdedigen bij wie me om mijn mening vraagt.

Sinds dit jaar en zeker de komende jaren valt er heel wat Europese subsidiesteun weg in onze “achteruitgestelde” regio’s en voor onze landbouw. Logisch, want dat geld is nodig voor de nieuwe – en armere – lidstaten om “hen snel op te krikken tot op ons niveau”. De oude – rijke – leden van de EU moeten de nieuwe steunen. Maar blijkbaar steunen de oude leden mekaar niet eens meer…

Ik vraag me zelfs af of “de economie” wel zit te wachten en mee zal helpen om het niveau in die nieuwe landen snel op te krikken. Wat voor zin heeft dat? Vele grote bedrijven zijn naar ginder getrokken met hun productie net omdat de menselijke productiekost daar veel lager is. Als de menselijke kost daar even hoog wordt als hier, zal er enkel een nieuwe delokalisatie gebeuren.

Er is ook de perceptie dat “Poolse arbeiders onze jobs hier al komen inpikken”. Een VB boutade, want het blijft een vaststelling dat ondanks ons hoog werkloosheidscijfer, er vele jobs niet ingevuld geraken. Een gecontroleerde instroom van nieuwe gastarbeiders is sowieso nodig om onze economoe draaiende te houden. Maar dan wel een instroom van mensen die hier werken (en niet profiteren van ons sociaal systeem) aan onze voorwaarden en dus ook meebouwen aan onze welvaartsstaat (en dat die mensen dan, wanneer ze het nodig hebben, genieten van ons sociaal systeem, daar heb ik geen probleem mee).

Tel daar nu het net gebeurde bij op en Verhofstadt mag blij zijn dat het geen verkiezingen zijn noch dat er een referendum over de Europese grondwet moet gehouden worden. Want wat is Europa voor ons waard? Niet veel, blijkbaar, als de grootste EU-lidstaat zomaar op zichzelf kan terugplooien.

Alleen daarom al, zeg ik als pro-europeaan, verliest de EU en de Europese Commissie haar geloofwaardigheid en bijgevolg slagkracht indien hiertegen niet opgetreden wordt.

Bedrijven worden constant op de vingers getikt als ze de Europese liberale spelregels overtreden, als ze kartels vormen, prijsafspraken maken, enz… Wordt er nu iets gedaan nu een Duitse firma een duurdere Duitse fabriek verkiest boven een Belgische?

Mijn lievelingsvak op de humaniora was geschiedenis. Uit geschiedenis kan je veel leren en ik geloof dat geschiedenis zich makkelijk herhaalt, maar deze keer hoop ik van niet. In de jaren ’30 heeft Duitsland zich nog al eens – eerst op economisch vlak – nogal op eigen gebied teruggetrokken en nationalistisch gedragen. Een paar jaar later is daar grote miserie van gekomen, remember…

Ook nu zullen er ongetwijfeld stemmen opgaan dat Duitsland een te groot land is, dat er niks tegen te doen valt… Nu is het een economische beslissing, wat gaan we doen als het andere beslissingen worden?

Tegelijk is dit dossier het bewijs dat we beter zorg hadden moeten dragen voor enkele economische kroonjuwelen, voor een betere infrastructuur en investeringsklimaat voor multinationals. Verhofstadt kan nu wel zeggen “tja, dat is nu eenmaal zo als de beslissingscentra in buitenlandse handen zijn…”, welnu, is het dan niet duidelijk waarom ik zelfs in gemeentepolitiek wilde dat we tegen de verkoop van Electrabel en nadien van Suez zouden stemmen?

Wat houden we nog over in Vlaanderen? Alles is verkocht. Albert Frère heeft al lang uitverkoop gehouden, Davignon ook. Sabena bestaat niet meer. Belgacom is voor de helft in buitenlandse handen. Telenet en onze kabels dus ook. Geen enkel groots economisch gegeven is nog Belgisch, laat staan dat we er enige Belgische invloed kunnen op uitoefenen. Ik hou dus mijn hart vast als steeds meer economieën op hun eigen grondgebied gaan terugplooien.

Want ons landje is een land dat leeft van het buitenland. Als we niet kunnen exporteren, dan zijn we dood. Als we niet kunnen werken voor het buitenland, gaan we failliet.

Als laatste punt wil ik eens met een scheef oog naar de vakbonden kijken. Hebben zij ook geen boter op hun hoofd?

Want Vorst mag dan wel een rendabele fabriek zijn binnen de VW-groep, een leuke reputatie had ze niet. Toen Dutroux ontsnapte, lag de band stil bij Vorst. Tot op vandaag snap ik nog altijd het oorzakelijk verband niet.

Ik hoorde vandaag nog iemand op kantoor zeggen “ja zeg, als er ene ging pissen in Vorst, lag de band stil”…

De gouden tijden zijn voorbij, vakbonden moeten leren dat het geen tijden meer zijn om alsmaar meer te vragen. Het is misschien tijd om iets terug te geven in ruil voor behoud van veel meer dan wat nu verloren zal gaan.

In Duitsland gaat men langer werken voor hetzelfde loon. Neen, leuk is dat niet, ik sta daar ook niet voor te springen (hoewel ik al lang gemiddeld veel meer dan 40u per week werk). Maar is meer werken voor evenveel geld niet oneindig veel beter dan niet werken voor niks?

Als ik mijn huis kan houden en de hypotheek kan afbetalen door elke week 2u langer te werken of ik vergelijk met een gedwongen verkoop die ik met alle tijd van de werkloosheidswereld kan aanschouwen, dan zou ik snel gekozen hebben.

Sorry voor al wie nu zere tenen heeft…

Maar realiseer eens dat vakbonden soms tegengestelde belangen hebben. In België worden de werkloosheidsuitkeringen door vakbonden uitbetaald. Voor deze dienstverlening worden ze door de Belgische staat uiteraard vergoed.

Maar dat betekent dat iedere werkloze geld opbrengt voor een vakbond… rare hersenkronkel, nietwaar? Ik ben niet tegen de vakbonden, maar op dat punt ben ik achterdochtig. Er is een oud spreekwoord “wiens brood men eet, diens woord men spreekt”… dus stel ik me al wel eens de vraag wiens woord door de vakbonden wordt gesproken.

Ik ben voor een vakbond die opkomt voor het belang van de (hard)werkende mens, voor alle hardwerkende mensen. En er dus voor zorgt dat ze kunnen blijven werken. En soms betekent dat ook dat de baas (vooral in KMO’s) ook moet kunnen blijven werken. Je kan als vakbond een bedrijf kapot maken, maar win je daarmee?

Ik hoop dat dit sociaal drama in Vorst iedereen eens goed wakker schudt. Wat lastenverlagingen op ploegenarbeid helpt dus niet, dus quod erat demonstrandum est, het in de schoenen van de hoge (patronale) lasten schuiven, is ook niet langer een makkelijk excuus.

Het is hoog tijd dat Europa bewijst wat Europa waard is. Zijn we een verenigde staten van europa waarin het iedere staat voor zichzelf is binnen het systeem (zoals het trouwens dus ook is in de VS) of zijn we een sociale unie waar supranationale belangen hoger wegen dan de nationale?

Europa heeft nu de kans een antwoord te geven…

nov 16, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Kernenergie, neen bedankt of ja dank u?

De discussie omtrent het al dan niet openhouden van de kerncentrales, woedt weer volop. Vandaag lekte een voorlopig rapport van de commissie energie 2030 uit naar de pers. Volgens dit eerste rapport moet België de optie voor kernenergie openhouden en de sluiting van kerncentrales tegen 2015 moet worden herbekeken.

De eerste regering Verhofstadt had beslist om de kerncentrales te sluiten op voorwaarde dat een commissie van experts een gunstig advies gaf. Maar nu al blijkt dat deze commissie onnodig werk levert, want de believers roepen nu reeds “hoera”, en de non believers leggen het rapport naast zich neer.

De commissie neemt in haar verslag nochtans een genuanceerd standpunt in. Zo schrijft ze dat de federale regering in de toekomst alle mogelijke energiebronnen moet gebruiken voor de productie van elektriciteit, dus inclusief kerncentrales.

Het verslag pleit echter ook voor het uitbreiden van andere mogelijkheden. Zo stelt de commissie voor om extra windturbines te bouwen voor de Belgische kust. (bron: VRTNieuws.net)

Minister Tobback, die liever groen-rood ziet, maakt de wereld gisteren duidelijk dat een huisvrouw beter geplaatst was om over milieu te oordelen dan hijzelf. Diezelfde minister is vandaag wel oordeelkundig genoeg om te besluiten dat de energie commissie geïnfiltreerd is met mensen die banden hebben met de nucleaire sector. Een typisch staaltje van het groen-rode bastion: al wat niet in hun kraam past, is gewoon verdacht, slecht, verkeerd bezig, anti-progressief,…

Het is sinds korte tijd duidelijk dat de kleine Tobback zijn vader niet kan evenaren. Wanhopig probeert hij zichzelf in de kijker te spelen. Met zijn olijfolie-achtige charme en zijn Nairobi-stunt probeerde hij eerder deze week de Vlaamse huisvrouwen voor zich te winnen. Vandaag is het de beurt aan al wat zichzelf groen of milieubewust noemt ( en deze twee laatsten zijn tegenwoordig geen synoniem meer van elkaar ).

Gelukkig laat minister van energie Marc Verwilghen zich niet opjagen door dit voorlopig verslag. Volgens Verwilghen moet er nu eerst een verslag van de analyse van het verslag gemaakt worden. Of zoals hij zegt: “zeven internationale en nationale werkgroepen van experts nemen het verslag nu door en zullen hun commentaar doorgeven”. Daarna komt er dus een verslag van deze analyse van dit verslag.

Waarschijnlijk is dit een nieuwe progressieve VLD-manier van uitstel. Marc Verwilghen heeft al gans zijn leven moeite om te beslissen wat hij ’s morgens op zijn boterham zal eten, laat staan dat hij nu een belangrijke beslissing omtrent energiebeleid zou nemen.

In het boek van Jean Marie De Decker “rechts voor de raap” staan er enkele leuke passages die moeten doen nadenken over de keuze omtrent kernenergie:

Groene schizofrenie. Dankzij de kernenergie heeft ons land een van de laagste CO2 -emissies van Europa, namelijk 270 g per kilowattuur. Het Europees gemiddelde is 400 g. De Kyoto normen halen, zonder kerncentrales, zou België 7,9 miljard ¤ kosten. Met kerncentrales anderhalf miljard euro. Dat kernenergie gevaarlijk radioactief afval produceert staat buiten kijf. Maar is het niet menselijker om de 5000 ton die nu bestaat de lat aangroeien tot 8000 ton door nog enkele decennia onze economisch afgeschreven en dus goedkope kerncentrales open te houden, dan nu ons milieu te blijven belasten met CO2-uitstoot? Een halve eeuw kernenergie heeft minder slachtoffers geëist dan een dag verkeersdoden op onze wegen.

Er zijn al nieuwe generaties reactoren, zoals de ballenbak reactor, die veilig zijn en niet smelten als het koelsysteem en de besturing uitvallen. Terwijl wij Belgonucleairelaten failliet gaan, ontwerpt Frankrijk al de heilige graal van de nucleaire technologie, een centrale op kernfusie.

Vandaag beslissen om de kerncentrales vanaf 2015 te sluiten zonder dat er een alternatief is, in de veronderstelling dat men tegen dan wel een oplossing zal vinden, is perverse kortzichtigheid. De vlucht vooruit als blinddoek tegen de waarheid.

Alle alternatieve bronnen samen kunnen tegen 2014 hoogstens in 10 percent van onze energiebehoefte voorzien. Sluiten we onze kerncentrales, dan moeten we de helft van onze energie kopen in Frankrijk, dat 70 percent van de elektriciteit haalt uit…kerncentrales.

(bron: Rechts voor de raap, © JM De Decker, uitgeverij Van Halewijck, te koop bij Proxis)

Dit zijn maar enkele zinnen uit het wilde betoog van Jean Marie de Decker. Zoals altijd schopt hij wild om zich heen in deze discussie, maar ik geef hem gelijk dat het onbezonnen werk is om zonder meer te blijven toegeven aan de eis die de Groenen hadden in 1999 om deel te nemen aan de regering. Zolang we niet 100% zeker kunnen zijn dat we voldoende alternatieve energiebronnen kunnen opstarten tegen 2015, is de beslissing om onze kerncentrales te sluiten economisch onverantwoord en enkel maar bedoeld als een schaamlapje voor ons milieugeweten. Want hoe dan ook zal de energie die onze lamp doet branden, meer dan waarschijnlijk nucleair opgewekt zijn.

Waarom nog geld steken in commissies van experts? Als het besluit is om de kerncentrales open te houden, dan zijn het slechteriken die gefinancierd worden door de nucleaire sector. Mocht het besluit echter zijn dat de kerncentrales alsnog moeten sluiten, dan zullen deze zelfde experts als groen-rode helden bestempeld worden.

Iedereen zit dus nog steeds in zijn eigen kamp en zal enkel willen luisteren naar diegenen die hem of haar gelijk geeft. Al de rest heeft ongelijk! Waarschijnlijk is dit een nevenwerking van progressiviteit…

nov 14, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Er lag een ham in mijn weg

Vanmorgen was ik op weg naar Link2Biz in Kortenberg, maar het was geen pretje op de baan.

Op de Brusselse binnenring was ’s morgens een vrachtwagen gekanteld. Op zich niks speciaals, gebeurt wel meer. Maar deze keer was het een koelwagen geladen met hespen, lappen spek en nog andere vleeswaren. De eigenaar van de lading wou zijn verlies beperken en wou kost wat kost de lading recuperen en daarom moest er gewacht worden op een andere vrachtwagen die zich door de spits moest begeven naar de plaats van het ongeval.

Daar werd dan de lading manueel overgeladen (bron: VRTNieuws.net).

Buiten het feit dat ik er zelf last van gehad heb, vind ik het absoluut niet kunnen dat de file erger wordt gemaakt door het economisch belang van een enkeling.

De economische schade van dat ongeval is gigantisch, als je berekent hoeveel productieve uren van al die wachtende mensen in rook zijn op gegaan.

Ik sta er dan ook verwonderd van dat in ons landje vol met regeltjes allerhande, er geen enkele regel is dat die transporteur kon dwingen om zo snel mogelijk de baan vrij te maken. Voor een zeer zeldzame keer ben ik het dus eens met minister Landuyt dat zulke bepaling dringend in het verkeersreglement moet gegoten worden.

Je houdt niet de Europese hoofdstad in een wurggreep omwille van een paar hespen en speksneden. Zelfs al vergaderen er grotere varkens in onze hoofdstad, dan nog probeert men minder verkeersellende te veroorzaken.

Toppunt was wel dat kort na het opruimen een inspecteur de ganse lading heeft afgekeurd: te lang blootgesteld aan uitlaatgassen.

En mag ik even het adres van de transporteur? Dan kan ik ook mijn factuur voor verloren uren doorsturen…

nov 10, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Minder geld voor dienstencheques

Onze regering maakt het nu wel heel bont in het bedenken van trucjes om de begroting in evenwicht te krijgen. Bij het begin van de legislatuur wilde eerste minister Verhofstadt nog 200.000 jobs creëren tegen het einde van zijn legislatuur. Eén van de gebruikte middelen daarvoor, was de creatie van de dienstenchequebedrijven.

Met dienstencheques kan je hulp in het huishouden betalen : poetshulp, strijkwerk en nog een aantal andere diensten waarin vooral vrouwen werk vinden. Het systeem is erg succesvol, zelfs in die mate dat het stilaan te duur wordt voor de overheid. Daarom heeft de regering tijdens het begrotingsconclaaf beslist om de toelage aan de dienstenchequebedrijven te verminderen van 21 naar 20 ¤ per cheque.

Moest Guy hiermee nu reeds aan zijn 200.000 nieuwe jobs zitten, dan zouden we het kunnen begrijpen. Maar op dit moment telt de dienstenchequesector maar 30.000 extra jobs hierdoor. Nu ja, 30.000 jobs is niet weinig. We mogen immers vooral niet vergeten dat dit zwartwerk is, dat inmiddels in het witte circuit is terechtgekomen. We kunnen het systeem van dienstencheques gerust een succes noemen. Maar het dreigt nu tenonder te gaan aan zijn eigen succes.

Vakbonden vrezen terecht dat de dienstenchequebedrijven nu zullen moeten besparen, met als gevolg minder opleidingen, minder loon en misschien zelfs ontslagen.

Begrijpt de regering dan niet dat ze hiermee dreigt de klok terug te draaien? De jobs bestaan, niemand zal zijn of haar poetsvrouw willen opgeven. Het enige resultaat zal zijn dat de poetsvrouwen ofwel te weinig gaan verdienen en dan liever in het zwart betaald worden, ofwel gaat het de particuliere werkgevers te veel kosten wegens te weinig fiscale aftrek, en dan komt het opnieuw in het zwarte circuit terecht.

Het zwarte circuit heeft dan ook als gevolg dat er weer minder inkomsten zijn voor de sociale zekerheid, terwijl de werkloosheidsuitkeringen dan opnieuw zullen stijgen.

Ik ben altijd al voorstander geweest van maatregelen die ervoor zorgen dat het geld van de overheid nuttig gebruikt kan worden. Ik vind het veel beter om geld dat anders toch maar uitgekeerd wordt als werkloosheidsuitkering, te gaan besteden aan het creëren van nieuwe jobs waar iedereen mee gebaat is. Want we mogen ook de gevolgen niet vergeten voor de particuliere werkgevers…

In een goeddraaiende economie moet geld in de eerste plaats rollen. Maar het geeft veel mensen ook de kans om zelf flexibeler in de arbeidsmarkt te staan. Want de flexibiliteit is momenteel het grote struikelblok om onze economie draaiende te houden.

Ik vrees dan ook dat het terugschroeven van de dienstencheques veel grotere gevolgen zal hebben dan op het eerste zicht nu zal blijken. In plaats van te besparen zou deze regering veel beter middelen vinden om dit systeem nog verder te promoten. Er liggen nog zoveel uitdagingen voor ons. Onze economie is al lang geen productie-economie meer. Vlaanderen moet één groot dienstenbedrijf worden.

Maar ik wil tegelijk ook wel eens een andere kant van het verhaal belichten. Er zijn gemeenten waar het dienstenchequebedrijf niet zo goed draait. Maar daar waar het een succesvol bedrijf is, stellen we vast dat de bankrekeningen van de dienstenchequebedrijven enorme proporties beginnen aan te nemen. Hoewel de meeste dienstenchequebedrijven zijn opgericht met inbreng van de gemeentes, zijn deze gemeentes zeker geen aandeelhouder en vloeit er dus geen geld terug naar de gemeente. De dienstenchequebedrijven worden kleine eilandjes op zichzelf, waarvan ik me afvraag wie er controle uitoefent op het bestuur.

Met dat geld zou er best ook iets nuttigs gebeuren. Als men van hogerhand blindelings gaat besparen, is het misschien tijd om na te denken of dit geld ook niet opnieuw geactiveerd kan worden en – indien nodig – herverdeeld worden bij andere dienstenchequebedrijven.

Dus in plaats van een kortzichtige visie, zou onze regering beter de tijd nemen om het ganse systeem te evalueren. De beste oplossing zou erin bestaan dat het ganse systeem gewoon wordt overgeheveld naar de gewesten. Een sector met 30.000 nieuwe jobs, die kan je niet zomaar negeren noch het risico lopen dat deze terug verdwijnt. Op deze manier zal Guy nooit aan zijn 200.000 jobs geraken tegen juni volgend jaar.

nov 7, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Help your neighbour

Er zijn dagen dat ik blij ben dat er zo’n makkelijk medium als internet bestaat. Ik kijk en ik zie elke dag via dit schermpje een hele wereld voor mij open gaan. Het is dan ook even stil worden als ik via het Internet iets te weten kom over Peter.

Peter is volledig blind, woont te Leuven, en heeft een fulltime job en een actief sociaal leven. De vorige jaren deed hij beroep op viervoeter Boris om te kijken of hij het zebrapad kon oversteken, om obstakels op de weg te vermijden, of te lokaliseren waar de deur zich situeerde; kortom, dankzij Boris kan Peter ten volle functioneren in de maatschappij.

Boris wordt echter een dagje ouder, wordt veel sneller moe en verliest snel de aandacht; werken met Boris wordt ronduit gevaarlijk. Tijd voor Boris om te genieten van een welverdiend pensioen na jarenlange trouwe dienst.

Een nieuwe geleide-hond kost echter handenvol geld. De overheid komt hierin slechts gedeeltelijk tussen, en vaak is het jarenlang wachten op een wachtlijst.

Peter kwam na enige rondzwervingen terecht bij scheper Eros, en het klikte meteen. Helaas kost de intensieve training van Eros een klein fortuin …

HelpYourNeighbour bestaat uit een groep vrienden van Peter die zich via allerlei initiatieven willen engageren om het geld in te zamelen dat de vergoeding voor Eros -de nieuwe geleide-hond voor Peter- moet dekken, en tracht terzelfdertijd via verschillende media -met de situatie van Peter als voorbeeld- sociale thema’s aan te kaarten, zoals de geleidehond-problematiek en het leven van mensen met een visuele beperking in de maatschappij.

ROB TV (lokale TV regio Oost-Brabant) bracht een mooie reportage:

Dit prachtige initiatief krijgt van mij alle steun. Mijn bijdrage is reeds gestort op rekeningnr 733-0367182-67 en ik hoop dat ik via deze post nog een paar mensen kan daartoe bewegen.

Ik hoop ook dat de politiek misschien eens opkijkt, want ik schrok toch van het feit dat het Vlaams Fonds niet meer kan tussenkomen in deze kostprijs die kan oplopen tot 20.000 €.

nov 7, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Een goedwerkende arbeidsmarkt

Eén van de leuke dingen bij Jong-CD&V is, voor mij althans, de Denk-Mee-Krant. Een simpel blaadje dat ze regelmatig verspreiden, maar met frisse ideeën. Een papieren brainstorm. Geen partijstandpunten of zo, gewoon christendemocratische jongeren die een bepaald idee willen bespreekbaar maken of er alleszins hun gedacht over kwijt willen. Een papieren blog of discussieforum, kan je het misschien noemen.

In het meest recente nummer staat een tekst van Stefaan De Corte, voorzitter van de werkgroep “Werk”. Deze werkgroep is één van de denktanken die het komend jongerencongres over sociale zekerheid voorbereiden. Deze tekst is mijn inziens een tekst die je doet nadenken. Hij staat vol met interessante weetjes en werpt vele vragen op. Om de discussie wat te bevorderen, plaats ik bij sommige stukken mijn idee er tegenover.

Allereerst de tekst zelf, die kan je hier downloaden in pdf vorm.

De vaststelling dat het aantal langdurig werklozen stijgt, maar tegelijk ook het aantal openstaande vacatures, is iets bizar. Ik vind dat het trouwens verder gaat dan alleen knelpuntberoepen. Tenzij je natuurlijk alles waar je geen volk meer voor vindt een knelpuntberoep noemt.

De oorzaak daarvan wordt verderop in het artikel gezocht bij twee oorzaken: de niet-afstemming van het onderwijs op het beroepsleven en meer bepaald op die knelpuntberoepen, maar ook bij het feit dat het soms gewoon niet loont om te gaan werken.

Omtrent het punt van het onderwijs, daar ben ik het volledig mee eens. In mijn post “Leren werken” schreef ik nog dat ik een hekel heb aan ons watervalsysteem, waarbij men in één klap het technisch en beroepsonderwijs degradeert tot een vuilnisbak.

Zolang we in een onderwijsklimaat leven waar enkel universiteiten zaligmakend zijn, zal het probleem blijven bestaan. Pas op, academische opleidingen zijn noodzakelijk, maar niet is niet alles. Ik werk liever met een bachelor informatica dan met een master informatica in mijn bedrijf. Gewoon omdat het beter past bij het type werk. Waarmee ik wil zeggen dat een opleiding voor de ene van een andere waarde is dan voor een ander – niet dat de ene opleiding per definitie beter is dan de andere.

Verderop in het artikel heeft men het over de inactiviteitsvallen.

Eerst en vooral en voor alle duidelijkheid: niet alle werklozen zijn profiteurs. Verre van… Vele kiezen ook niet voor een profitariaat, maar worden er toe gedwongen. Het voorbeeld dat men geeft van wat een werkloze moeder meer verdient als ze gaat werken dan tegenover haar uitkering, zegt veel.

En toch moeten we ook objectief vaststellen dat de werkloosheidsuitkering op zich de mensen in armoede kan doen verzeilen. De Belgische uitkeringen behoren tot de laagste van Europa. Met als risico dat wie in de spiraal van armoede terecht komen, sociaal zwakker staat en nog minder makkelijk werk zal vinden.

Er schort dus iets aan het systeem van de arbeidsmarkt. Werken loont te weinig in vergelijking met niet-werken. Zo lang men niet daarin het verschil zal kunnen maken, zal net genoemde tegenstelling blijven bestaan en het probleem alleen maar vergroten.

Zeer markant vond ik de vermelding van de studie door het Centrum voor Sociaal Beleid: Vroeger werden werkzoekenden die samenwoonden en langer werkloos zijn dan normaal voor hun geslacht en regio, automatisch geschorst. Uit de stuedie bleek dat 25% van de werkzoekenden eens geschorst toch doorstroomden naar de arbeidsmarkt.

OK, dan rest er nog 75%, maar het is een teken aan de wand…

Ik ben het wel eens dat men de werkloosheidssystemen dringend moet doorgeven aan de Gewesten. Arbeidsbemiddeling is een gewestmaterie en gaat nu eenmaal hand in hand met het systeem van werkloosheidsuitkering. Ik ken mensen die tegenwoordig zes keer per jaar solliciteren omdat het nu eenmaal moet van de VDAB, maar als men aangeeft enkel geïnteresseerd te zijn in fotografie in een nachtploeg, tja zeg, kan men dan nog spreken van een correct en eerlijk systeem? Op dat punt ben ik misschien wat harder als ik stel dat begeleiding voor een deel van de werklozen een maat voor niets is als men niet de stok der repressie (lees: schorsing) achter de deur heeft klaarstaan.

Maar ook de VDAB mag eens grondig uitgekuist worden. Ik spreek uit ervaring dat ik feiten ken van een falende begeleiding zowel langs werknemerskant als werkgeverskant. Als men van een werkloze tevreden is dat die snel even op een computer zes jobs opzoekt en naar alle zes een brief stuurt die bulkt van de fouten (soms bewust) en dat die werkloze op een sollicitatie zegt “doe geen moeite, ik kom enkel voor een briefje“, komaan zeg… vooral frustrerend dat men dit bij de VDAB ook wel weet, maar men zich daarin niet te moe wil maken. En omgekeerd ken ik de situatie van een bedrijf dat wanhopig iemand zocht en vond en dat bijna door toedoen van de VDAB de job toch naar het buitenland zou verscheept worden omdat de VDAB-consultente niet te veel inzet vertoonde om te helpen…

Het artikel heeft het ook over de combinatie arbeid/gezin. Nog nooit hadden we zoveel vrije tijd en toch was de druk nog nooit zo hoog door het magische woord flexibiliteit.

Mijn eigen gezinservaring is een mooi voorbeeld van hoe flexibiliteit doorweegt. Ik heb geen nine to five job, er geldt maar één regel en dat is dat het werk gedaan moet zijn. Mijn echtgenote is verpleegster van opleiding. Werkkansen genoeg dus. Maar we kunnen het niet combineren. Ploegsystemen zijn niet combineerbaar met kinderopvang. Als mijn echtgenote om 16u moet beginnen en ik pas om 19u klaar ben met werken, waar kunnen de kinderen terecht? Dan zwijg ik nog over het feit dat onze oudste zoon autistisch is en naar een speciale school in Gent moet – fantastisch initiatief van het stedelijk onderwijs terloops even vermelden, maar er is geen voor- of naschoolse opvang. Wij hebben er dan ook noodgedwongen voor gekozen om mijn partner niet meer te gaan werken; we zijn dan wel zo fair geweest om niet twee jaar lang van een werkloosheidsuitkering te profiteren – dat vond ik onethisch.

Vroeger waren er grootouders. Door de vele vroege eindeloopbaanplannen van de afgelopen 20 jaar, zijn de senioren van vandaag de bevolkingsgroep met de minste tijd. De tijd dat kinderen voor en na school bij de grootouders waren, is ook niet meer alledaags.

Kortom, daar ligt een enorm grote uitdaging. Flexibele kinderopvang: ook dat is dan weer een flexibele arbeidsvraag die niet makkelijk zal in te vullen zijn.

Er is geen simpel antwoord, maar het artikel zet aan tot nadenken. Ik hoop dan ook dat ik niet op mijn honger moet blijven zitten en dat er via deze werkgroep op het congres enkele voorstellen kunnen komen die antwoorden formuleren en geen vage doelstellingen.

nov 5, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

3 centrumpartijen?

Slangen heeft als strategisch manager van de VLD zich al goed laten voelen. Zijn woordvoerder Bart Somers – ooit eerst nog woordvoerder van Guy Verhofstadt en dan even een poging om voorzitter te zijn – liet deze week duidelijk optekenen dat de VLD een progressieve centrumpartij moet worden (bron: VRTNieuws.net).

Somers zegt dat de nieuwe strategie er op gericht is om uit het rechtse vaarwater weg te gaan. De weg die Dedecker altijd bepleitte en hem een tijd geleden nog 40% van de ledenstemmen achter zijn naam bij de voorzittersverkiezingen opleverde. Dus op naar het centrum.

Opvallend is tegelijk het afzweren van de VLD-stelling geen contacten noch inmenging te willen van het middenveld. Geen vakbonden, belangengroepen, mutualiteiten of andere drukkingsgroepen waren welkom bij de VLD.

Nu ze zich op een hisotrisch dieptepunt bevinden en pas de vierde partij van het land zijn, moeten we dringend terug nieuwe vriendjes hebben.

Dus op naar het centrum en maatjes worden met de zuilen.

Tiens, lijkt dit niet op het zo verdorven tsjevenprincipe dat GV nog zo verguisd heeft in 1999? Weg met de partij die zelf niet regeerde, maar waar de zuilen greep hadden op de politiek? Weg met het centrum dat voor iedereen goed wilde doen en daardoor futloos was?

Het is nog straffer: de VLD wil een progressieve centrumpartij worden; want om te overleven kunnen ze best ook wat linkse progressieve stemmen gebruiken.

Dus alles ten spijt, is de VLD een schim geworden van wat ze de CD&V altijd verweten heeft: een machtsgeile partij. Om aan de macht te blijven, verlaat ze zelfs haar ideologie, zet ze koers naar het centrum, gaat ze de zuilen omarmen, …

Dus na 7 jaar paars hebben ze een les geleerd: 50 jaar goed christendemocratisch beleid had een stevige basis. Een échte centrumpartij die een ware compromisideologie heeft, waar werkgevers én werknemers mekaar vinden binnen een partij, waar de zuilen de belangen verdedigen van hun achterban zodat ze werkbare voorstellen komen die voor ieder aanvaardbaar zijn.

Dus gaat de VLD dat recept nu zelf proberen te recupereren… Vooral nu dat blijkt dat de kiezer terug klaarstaat voor de enige échte centrumpartij.

Uiteraard zijn er enkele collega-bloggers die hierover ook al hebben nagedacht en een paar leuke reacties hebben weten te verzamelen. Op Flanders Fields kan je bijvoorbeeld “Van violet richting licht-rood” lezen.

Een andere aanrader is “Le nouveau ID21 est arrivé” op de blog van Hoegin. De vergelijking met Nederland is een item over na te denken en de opmerking over ID21 is terecht op het feit dat een links-liberaal project al uitgeprobeerd is, maar ik maak zelf wel de nuance dat links-liberaal gedragen door een schertsfiguur als Bert Anciaux toch wel iets anders is dan een links-liberaal project van een – weliswaar mislukte – regeringspartij.

Als we dan bedenken dat ook de SP.a al een beweging richting centrum heeft gemaakt, dan kunnen we alleen vaststellen dat het enorm druk wordt in het centrum. Moet dan verwondert staan dat we naar tripartites gaan zoals op Vlaams niveau – eigenlijk zelfs een sixpartite – want alle drie zijn het kartellijsten?

Ik vraag me dan ook af of we op termijn niet noodgedwongen naar een Angelsaksisch model moeten overgaan, waarbij geen proportionele zetelverdeling gebeurt, maar waarbij het principe “the winner takes it all” geldt.

Persoonlijk ben ik geen voorstander van zulk systeem: een eenzijdige inkleuring van het politieke landschap schrikt mij af. Dan hoop ik veel eerder dat enkele socialistische krokodillen terug een rode revolutie op straat brengen, een echte liberaal zoals Dedecker of Bouckaert een rechts-liberale partij als enig aanvaardbaar voor kapitaal en ondernemers poneert en een christendemocratische partij om in dit alles voor het nodige bindmiddel zal zorgen.

okt 26, 2006 - In Vlaanderen    No Comments

Leren werken

Ik heb altijd al de kriebels gekregen als ik merkte dat men in het onderwijs nogal makkelijk een watervalsysteem gebruikt in de aard van “probeer eerst ASO, als dat niet lukt, zak je naar het technische en desnoods het beroeps“…

Waarbij men dus ook in één klap het beroepsonderwijs degradeert tot een vuilbak, spijtig genoeg.

Persoonlijk heb ik alleen maar bewondering voor mensen die een vak aanleren. Ik heb zelf twee linkerhanden en bewonder al de vaklui die ik hier aan het werk heb gezien bij de bouw van ons huisje.

Daarom ook wil ik een lans breken om in het onderwijs beter gericht de classificatie te doen in plaats van een waterval systeem.

Want we merken in onze economie al wel de keerzijde.

Wie klaagt er niet over de wachttijden als je een vakman nodig hebt? Men roept nu al moord en brand over de Polen die “hier het werk komen afpakken”, maar zijn we eigenlijk als individu niet blij als een Pool hier ons “vuil” werk komt opknappen?

Daarom ben ik zo enthousiast over het project van het Vrij Technisch Instituut van Aalst.

Het VTI is begonnen aan de bouw van een houten huis in Zonnegem. Opdrachtgevers Johan Strickaert en echtgenote Miriane De Kegel wilden al langer een houten huis en geven nu de vijfde-, zesde- en zevendejaars van de afdeling hout de kans om een schat aan praktijkervaring op te doen.

De familie betaalt de materiaalkosten, architect én een onkostenvergoeding aan de school. Het lijdt geen twijfel dat ze daarmee een financiële besparing doen. En ze moesten bereid zijn een schooljaar tijd te kunnen hebben voor hun woning af is.

De zevendejaars hebben inmiddels de ruwbouw af (een foto kan je vinden op een pagina van Het Nieuwsblad). De vijfdejaars maken in het schoolatelier de ramen, de zesdejaars staan in voor deuren, trap en keuken.

Dit vind ik dus een superinitiatief. Deze leerlingen komen op de arbeidsmarkt mét ervaring, ze zullen gegeerd zijn door de bouwsector.

Juist daarom hoop ik dat de bouwondernemingen dit niet als concurrentie beschouwen. OK, de ganse sector verliest een opdracht van één huis, maar de waarde van afgestudeerde medewerkers met een brok ervaring, zal economisch meer waarde hebben.

Ik vind het positief dat de Bouwunie dit project steunt en ik hoop dat er nog bouwbedrijven in de toekomst bereid zullen gevonden worden meer van zulke projecten te ondersteunen. En dat ook de onderwijsinstellingen actief op zoek gaan naar zulke gelegenheden.

Een ander voordeel is immers dat de schoolmoeheid van die jongeren wordt weggewerkt. Dat merk je aan de reacties van enkele van hen in de krant:

Jeroen Coen uit Erpe vindt werken op een echte werf leuker en meer motiverend dan in het schoolatelier. ,,Op school maken we een werkstukje dat daarna tot brandhout wordt herleid. Hier bouwen we iets op dat we jaren later nog kunnen bekijken. De uren vliegen hier sneller voorbij dan op school.”

(Bron: Het Nieuwsblad)

Misschien zat daar anders wel één of meerdere jongeren tussen die de school de rug zouden toekeren en zonder diploma zouden op de arbeidsmarkt komen. Dus ook voor de overheid is dit een financieel en economisch goede zaak want met zekerheid zijn hier een aantal jongeren behoudt voor werkeloosheid en gaan ze integendeel nu goed hun boterham kunnen verdienen als vaklui.

Pagina's:«1...1415161718192021»