De problematiek van het permanent wonen in recreatiegebied werd sinds vorig jaar eindelijk behandeld door de provincie en het Vlaams gewest.
1 van de maatregelen die werd genomen, is een verduidelijking omtrent het permanent wonen in gebieden bestemd voor recreatief wonen (zogenaamde weekendverblijven). Zo is er het woonrecht gecreëerd dat aan inwoners van weekendverblijven het recht geeft permanent te verblijven indien:
– Ze ingeschreven waren voor 31 augustus 2008
– Weekendverblijf niet groter dan 300m² en hoofdzakelijk vergund is
– De inwoner geen ander eigendom heeft.
Men verliest het woonrecht echter bij:
– Uitschrijving uit het bevolkingsregister
– Verwerving andere eigendom
– Bouwmisdrijf begaan na 1 september 2009
– Als men niet ingaat op een herhuisvestingsaanbod.
Daarom had ik een aantal vragen voor de burgemeester:
1. Hoeveel inwoners van Groen Ursel hebben woonrecht gekregen?
2. Plant de gemeente een herhuisvestingsaanbod te doen aan deze inwoners? Zo ja, voor wanneer is dit gepland?
3. Welk standpunt neemt de burgemeester in tov nieuwe verzoeken tot inschrijving die niet door de wetgeving voorzien zijn, zoals bv nieuwe geboorten, huwelijken, nieuw samengestelde gezinnen, … wetende dat de federale wetgeving verplicht tot inschrijving wanneer om zulks verzocht wordt?
4. Zal het gemeentebestuur (juridisch) optreden tegen permanente bewoning door inwoners die niet over het woonrecht beschikken?
De burgemeester had nog geen zicht op de aantallen omdat de officiële aanvragen nog moeten volgen.
Ik vind het spijtig en wederom weinig van proactiviteit getuigen dat de burgemeester, zelfs niet naar aanleiding van deze vraag, op zoek is gegaan naar deze aantallen. Een schatting had hij toch al kunnen maken. Zodat hij als burgervader zou weten over hoeveel inwoners het gaat.
Maar steeds meer lijkt het er op dat de mensen uit Groen Ursel voor de burgemeester “quantité negligable” zijn. Zoals gewoonlijk speelt onze burgemeester struisvogel: als ik mijn kop in het zand steek en niet weet over hoeveel mensen het gaat, is er geen werkelijk probleem.
Dat bleek ook uit het volgende antwoord: er was geen antwoord. De burgemeester sprak wel van woonuitbreidingsgebieden en het openstellen van andere verkavelingen, maar niks concreet. Voor het zelfde geld zal dus het woonrecht massaal vervallen als de nieuwe wijk in Ursel wordt aangesneden.
Op de derde vraag zei de burgemeester omfloerst dat hij de inschrijving zal weigeren. Hij kon immers moeilijk ontkennen want de week voordien had het college immers al voor de eerste keer geweigerd iemand nog in te schrijven. De ellende is dus al begonnen. Ik vrees dus voor de mensen die nog gaan trouwen, samenwonen, kindjes krijgen, enz…
Ik kan de mensen die met zulke weigering geconfronteerd worden enkel maar aanraden in beroep te gaan bij de federale overheid. Dan kan men moeilijk een inschrijving weigeren.
Volgens de burgemeester zal er dan altijd snel een PV volgen samen met een stakingsbevel dat een verplichting oplegt om er niet langer permanent te bewonen.
De vierde vraag is dus ook in één klap bewoond. Het gemeentebestuur schuift de hete aardappel door. Ze doen gewoon niks, maar kunnen dan zeggen “jamaar, het is de Vlaamse overheid”. Ik hoop echter dat iedereen zal beseffen dat niks doen in onze maatschappij als “schuldig verzuim” wordt beschouwd.
Ik geef toe dat je als gemeentebestuur voor een stuk afhankelijk bent van de hogere overheden, maar in dit dossier heeft men al van bij het ontwerp van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zelf geen stelling ingenomen en alles doorgeschoven naar de provincie. Ik ben van mening dat je beter voor of tegen iets kan zijn en dat duidelijkheid veel meer door de betrokkenen wordt geapprecieerd dan geen mening hebben, zoals de eerste beste vijg.
Dit dossier is duidelijk een complex dossier, reden des te meer om alleszins niet de kop in het zand te steken.
Ik was in ieder geval blij dat er massaal veel interesse was van de bewoners van Groen Ursel. Ik hoop dat jullie ook op deze site eens wat feedback geven over alles wat er gebeurt zodat iedereen in de gemeente tenminste weet dat jullie geen verwaarloosbaar cijfer zijn.