Je Suis Charlie: durven we ons gedacht nog zeggen?
De moorden die vandaag gebeurd zijn, is geen moslim terrorisme. Dit is niet het geweld van een religie, dit is niet de keuze die miljoenen moslims ter wereld maken. De islam telt bij mijn weten meer mensen die dit geweld ook afkeuren, dan dat er moslims zijn die nu hoera roepen.
Maar, dat gezegd zijnde, is iedere persoon – moslim of niet – die nu goedkeurend mompelt bij deze aanslag of deze massamoord probeert te relativeren, is er één te veel. Dit geweld tegen vrije meningsuiting is onaanvaardbaar en is meer dan een brug te ver.
Het is nog geen week geleden dat ik ageerde tegen een socialistische burgemeester die de vrije meningsuiting aan banden wil leggen. Sommige mensen reageerden met “dat is zo erg toch niet?”. Denken zij dat nu ook van de moorden in Frankrijk? Of kunnen we nu eindelijk zien dat we naar een wereld gaan waarin onverdraagzaamheid de boventoon viert en waar andere meningen niet meer verdragen kunnen worden, tot op het punt dat ze overheidsgewijs of geweldadig bestreden (moeten) worden?
En toch… Ik kan hier nu duidelijk een standpunt innemen waarvan ik weet dat ik niet alleen sta. Twitter ontploft met de hastag #JeSuisCharlie. Tegelijk moet ik bekennen dat ik me ook al wel eens heb ingehouden met mijn gedacht te zeggen of te schrijven op mijn blog, met de bedenking “ja laps, als ik dit u schrijf, moet ik opletten of ze pakken mij ook nog eens aan”. Word ik een bangerik naarmate ik ouder word? Ik kan wel zeggen dat ik door ouder te worden, wel vaker bedenk dat ik niet enkel aan mezelf moet denken, maar ook aan mijn kinderen. Die gedachte heeft me inderdaad al weerhouden mijn mening neer te schrijven uit schrik voor deze of gene, al dan niet Moestafa genoemd of niet.
En dat vind ik eigenlijk erg. Want dan denk ik opnieuw aan mijn kinderen. Moeten zij een wereld erven waarin ze schrik moeten hebben om hun mening te verkondigen? Een wereld waarin een gedachtenpolitie of -militie op de loer ligt om je te betrappen op een fout idee?
Hiermee hebben de terroristen eigenlijk al gewonnen. Want terreur is een oorlog in angst en ze zijn er in geslaagd angst als normale reactie in onze harten te planten. Net zoals ik me al heb ingehouden om iets neer te schrijven, is iedereen al slachtoffer van de angst. Ik las daarstraks “lafaards” als reactie op het feit dat AP al een pak foto’s heeft gecensureerd. Een begrijpbare reactie, maar ik stel hier de vraag “wie van ons is al niet eens een lafaard in deze geweest?”.
Politieke correctheid is eigenlijk een gestileerde vorm van die lafheid. Het is niet politiek correct om te zeggen dat je schrik hebt van de islam. Het is not done om te zeggen dat we het moeilijk hebben met moslims die naar hier komen, om te profiteren van de vruchten van onze vrije sameleving en tegelijk die vrije samenleving aanvallen net dankzij die vrijheid die ze niet hadden op de plek waar ze vandaan gevlucht zijn. Het is ongehoord om je uit te spreken tegen mensen die eisen dat onze zwembaden twee avonden per week voorbehouden zijn voor vrouwen die niet eens hun enkels mogen tonen omdat de mannen dan als een bende losgeslagen met hormonen volgespoten stieren zouden hun hoorns recht zetten.
Moet de aanslag van vandaag niet als gevolg hebben dat wij – samen met de moslims die niet akkoord gaan met hun broeders – vandaag zeggen “tot hier en niet verder”? De vraag is alleen: “hoe gaan we dat doen?” Want als we repressief optreden tegen de jihad, dan wakkeren we onverdraagzaamheid net aan en onverdraagzaamheid is een vorm van angst tegenover een andere mening.
Dat is de catch 22 van onze samenleving en daardoor hebben de terroristen bij voorbaat gewonnen. Net die vrijheid die ze aanvallen en van ons willen afpakken, kunnen we ogenschijnlijk enkel verdedigen door hen die vrijheid te ontnemen. Net omwille van die tegenstelling is het zo moeilijk om een antwoord te formuleren op de onverdraagzaamheid van hen tegen ons zonder dat het een ons tegen hen wordt.
Op één punt kunnen we wel duidelijk zijn: geweld tegen een mening kan nooit. Het geweld, de moordzucht van vandaag, moet massaal veroordeeld worden. De overheid heeft als plicht massaal jacht te maken op de daders en hen voor het gerecht te brengen. Zelfs al weten we dat na deze drie of vier met propaganda zotgestookte jongeren er nog een ander leger klaarstaat om hetzelfde te doen.
De enige remedie die echt kan werken, is tonen dat de angst niet kan zegevieren. We moeten tonen dat we onze mening niet zullen afgeven. We moeten de moed hebben de rug te rechten en door te gaan. De censuur van AP, de politieke correctheid die een bedekte vorm van censuur is, de regelneverij van CGKR tegen ons maar niet tegen hen moet stoppen.
Angst is enkel met moed te overwinnen. We moeten nu allemaal de moed hebben om te zeggen “tot hier en niet verder”. De moed om te beseffen dat dit niet zonder slag of stoot zal gaan. Maar het gevecht bij voorbaat uit de weg gaan uit angst, is de strijd opgeven zonder kans op slagen. Laat de aanslag van vandaag een sleutelmoment zijn waarop we zeggen “we tolereren dit niet langer” en laat ons die boodschap eensgezind uitdragen. Zoniet is onze wereld nu al om zeep.