Vandaag was dan de grote dag: een persoonlijke rondleiding op het vliegveld van Ursel (met dank aan Tom, die open was en veel uitleg gaf).
Heel veel dingen geleerd. Sommige zaken zijn duidelijk het gevolg van slechte communicatie.
Een voorbeeld?
Er wordt het gerucht rondgestrooid dat de piloten zich zichtbaar niet aan de regels houden door boven verboden gebied te vliegen, met name de dorpskernen van Ursel en Knesselare.
In werkelijkheid zijn beide kernen “te vermijden”, maar niet verboden. De aanvliegroutes zijn van die aard dat ze niet boven de kernen komen.
Maar het is niet verboden om boven onze dorpen te vliegen, het wordt gevraagd te beperken. En als ze boven de dorpen vliegen, moeten ze een minimale hoogte aanhouden.
Dus ze overtreden geen regels en dat suggereren is enkel olie op het vuur gooien, moet ik nu toegeven.
Ik heb ook een mogelijke verklaring voor het stuntvliegen: er moet ook af en toe geoefend worden op landen op een niet-vliegveld en dat oefent men dan op de velden in de buurt.
Let op, ik wind er ook geen doekjes om. Waar mensen zijn, worden fouten gemaakt en worden regels overtreden. Zo zal het ook zijn bij de vliegclubs, maar er wordt zoveel gecontroleerd dat het eerder beperkt zal zijn.
Levensgevaarlijke fietsers
Ik heb vandaag wel iets gezien wat me geschokt heeft. Fietsers en wandelaars die zonder rondkijken de landingsbaan oversteken.
Ik zou het niet aandurven. Wat gaan die idioten doen de dag dat er een ongeval van komt? Het aangrijpen als een extra reden dat vliegen daar niet past?
Laat ik daarin duidelijk zijn. Wat niet past op een vliegveld is fietsen en wandelen.
Als dit het gevolg is van groene jongens die oproepen om één of ander zeldzaam distelplantje te gaan bewonderen, dan zouden die beter eens goed nadenken hierover.
Fundamentele keuze
Wat betreft het vliegveld zelf en alle gedoe hieromtrent?
Dat gedoe met vergunningen is een juridisch steekspel waar men zaken uit de kantlijn gebruikt, terwijl men veel beter eens zou stilstaan bij de fundamentele keuze.
Met name, waar willen we naartoe met het Drongengoed?
Willen we een groot natuurgebied van maken? Liefst zelfs een stiltegebied.
Fijn, maar dan moeten alle consequenties getrokken. Geen luchtvaart meer, geen parkings in het bos, de Drongengoedhoeve niet als trekpleister en geen (recreatieve) bewoning meer in Groen Ursel.
Is dit wat we willen? Een natuurreservaat dat we omheinen en enkel onder strikte begeleiding mag betreden worden?
Het kan een keuze zijn om natuur puur natuur te laten zijn. Het zou gedurfd zijn in onze contreiën.
Of willen we eerder een gebied met enkele toeristisch aantrekkelijke troeven. Een stukje groen, maar waar de mens centraal staat?
Willen we genieten van de Drongengoedhoeve als trekpleister? Als een plek waar het leuk vertoeven is? Waar we zondags iets kunnen gaan drinken en wat wandelen?
Dan moet men aanvaarden dat er ook parkings moeten komen, en geen twee kilometer verder. De dag van vandaag willen we genieten van de natuur door er in te rijden met onze auto, uit te stappen, wat rond te wandelen, iets te kunnen drinken en weer in te stappen.
Kunnen we dan ook niet aanvaarden dat er gewoond wordt in de bossen? Dat heeft ook zijn charme en kan je bezwaarlijk hoogdynamische activiteiten noemen.
Aanvaarden we het vliegveld? Moet kunnen, maar dan moeten we dat ook volledig aanvaarden. Je kan geen vliegactiviteiten aanvaarden, maar verbieden dat men loodsen en een clubhuis zet. Men kan niet zeggen dat het Drongengoed in aanmerking komt als stiltegebied, maar vliegen dan makkelijkheidshalve een laagdynamische dagrecreatie noemen.
Durven keuzes maken
Het probleem is dus enerzijds simpel en anderzijds complex, heb ik vandaag beseft.
Zoals vaker is het probleem dat het bestuur, vorig noch huidig, een keuze durft maken. Het is een natuurgebied, maar vliegen moet kunnen, maar dan wel beperkter en z