Intercommunales moeten geen vennootschapsbelasting betalen
De laatste dagen gonst het in de pers dat onze elektriciteit, water en huisvuilzakken duurder zullen worden omdat de federale regering besliste dat intercommunales voortaan vennootschapsbelasting moeten gaan betalen. Deze intercommunales lieten prompt weten dat ze deze “kost” zullen doorrekenen aan hun klanten.
Als bedrijfsleider vind ik die redenering raar. Ik beschouw belastingen niet als een kost. Meer nog, ik ben enkel vennootschapsbelasting verschuldigd op mijn winst. Winst die bestaat uit het overschot van inkomsten min kosten. Belastingen worden dus berekend op wat er overblijft nadat je de kosten hebt betaald.
Er is dus een heel simpel systeem om geen belastingen te moeten betalen. 33% van 0 euro winst is 0 euro belastingen. En moet een intercommunale winst maken? In mijn ogen is een intercommunale iets in de aard van een vzw. Het is een samenwerkingsverband tussen gemeenten om een gemeentelijke taak gezamelijk uit te voeren en zo via schaalvoordelen een lagere kost te hebben. In die doelstelling lees ik niks over de noodzaak van winst te maken.
Natuurlijk gaat het in werkelijkheid anders. In Knesselare betalen we al jaren veel te veel bijdragen aan IVM waardoor IVM jaar na jaar grote overschotten boekt. Om maar één voorbeeld te noemen. Dat is geld die aan de democratische controle van de gemeenteraad onttrokken wordt, meer bepaald aan de controle van de oppositie. Want die spaarpotten worden beheerd door de intercommunales zelf, die op hun beurt bestuurd worden door vetbetaalde directies en bestuurders, aangeduid door meerderheden en steunend op vette zitpenningen, leuke cadeau’s en smeuiige diners na afloop van bestuursvergaderingen waar het gemeenteraadslid in kwestie in al zijn onkunde maar meestemt met wat die vetbetaalde directeurs aandragen.
Voor mij kan het simpeler: als de afvalintercommunale 1 miljoen kosten heeft aan de afvalverwerking en 1,2 miljoen bijdragen factureert aan de gemeenten en nog eens 0,5 miljoen verdient aan afvalverwerking van bedrijven, dan is er een winst van 0,7 miljoen. Wel, dan moeten ze maar een creditnota opmaken aan de gemeenten voor dat bedrag. Resultaat: minder kosten voor de gemeenten en minder belastingen voor hun burgers. En ook geen vennootschapsbelasting voor de intercommunale.
Dus in plaats van meer aan de burger aan te rekenen, wordt het tijd om net minder te rekenen.