Sharia rechtbanken horen hier niet thuis
Afgelopen dagen is er veel te doen omtrent de oprichting van een islamtische rechtbank.
In de eerste plaats geloof ik niet dat er veel zal gebeuren. Aangezien de oprichting gebeurt door Sharia4Belgium beschouw ik het eerder als de zoveelste provocatie.
Indie die rechtbank er wel komt, vrees ik dat ze buiten deze provocatie onder de radar zal werken. Het zou me zelfs niet verwonderen moest ze eigenlijk al een tijdje draaien.
In Antwerpen mogen de socialisten zulke rechtbanken dan wel positief vinden, het klopt totaal niet met hoe wij onze maatschappij zien. “Ze bemiddelen enkel maar, net zoals de pastoor vroeger, ” zegt schepen Monica De Coninck. Laat daar net al de eerste waarheid in besloten vinden dat wij in onze maatschappij al lang hebben gesteld dat de pastoors in zulke zaken niks meer te zeggen hebben. Onze maatschappij heeft er voor gekozen om zulke disputen te regelen voor de geëigende rechtbanken.
We mogen immers niet vergeten dat de Sharia wetgeving zichzelf belangrijker vindt dan eender welke reguliere wetgeving. De Antwerpse schepen mag dan wel al vinden dat een islamitische rechtbank geen gevaar inhoudt omdat ze geen machtsmiddel heeft, de morele groepsdruk om te plooien naar de vonnissen van deze rechtbanken zal de facto ze rechtsmiddel geven binnen de moslimgemeenschap.
Ik geef een voorbeeld: in onze rechtspraak zal bij een scheiding de vrouw meestal de kinderen toegewezen krijgen, samen met alimentatie. Denkt u dat – zelfs al is er zulk vonnis – dat een moslimvrouw die door de sharia uit de echt gescheiden (waarbij dus de man altijd de kinderen toegewezen krijgt en geen alimentatie moet betalen), zich opnieuw naar onze rechtbank zal begeven om “ons” vonnis af te dwingen, op straffe van uitsluiting van haar geloofsgemeenschap? Haar familie, vrienden, eventueel nieuwe partner, zullen deze vrouw uitsluiten als ze zich niet plooit naar “hun” vonnis.
Laat ik duidelijk wezen: het gaat mij er niet om dat dit islamitisch is, het gaat mij er om dat wij in onze democratie gekozen hebben voor de klassieke driedeling van de macht die mekaar in evenwicht houden: wetgevend, uitvoerend en de rechterlijke macht. Als je daarin binnen één pijler een parallelle macht opricht, ontwricht je dit evenwicht en is het enkel de eerste stap om ook in de andere pijlers parallelle machten op te richten.
Deze “rechtbank” mag dan misschien enkel “morele” macht hebben, we mogen niet vergeten dat we in een samenleving eigenlijk onze morele wetten formaliseren in echte wetten en rechtsspraak. Het oprichten van een andere morele rechtbank, is dus een duidelijke verwerping van onze maatschappij en is een duidelijk signaal dat men algemeen onze moreel en onze samenleving omver wil werpen.
We mogen dit dus geenszins aanvaarden.