jul 15, 2010 - In Vlaanderen    No Comments

Pleidooi voor eerlijke politiek: niet weer een konijn

Ivan De Vadder, renomeerd politiek journalist bij de VRT, zal het mij vergeven dat ik de titel van zijn recent boek gebruik voor deze blogpost. Dit komt voornamelijk omdat ik het grotendeels eens ben met zijn stelling dat de kiezer op zoek is naar eerlijkheid en geloofwaardigheid in de politiek.

De Vadder maakt onder andere de vergelijking met de stellingen van Fons Van Dijck in de “Kracht van Wit”, een ander boek dat ik een paar maand geleden met veel interesse heb gelezen en in wiens stellingen ik me kon vinden.

De N-VA heeft deze verkiezingen gewonnen omdat zij het best aan deze onderstroom gestalte kon geven. De consequente houding van de N-VA zal mijn inziens in nog veel nabeschouwingen opduiken. Je kon het trouwens ook lezen in de analyse van Servais Verheirstraeten van CD&V over hun nederlaag. Ze moesten eindelijk gewoon eens het zeggen en doen meer in overeenstemming brengen om geloofwaardiger te worden.

Het is die recht-door-zee-heid die mij zo beviel in de partij na mijn overstap. Eindelijk dacht ik te kunnen bewijzen dat politiek ook gewoon gezond boerenverstand volgde. Ik was ook niet alleen in mijn mening. Lees ook maar eens de redenen na waarom blogger Luc Van Braekel, sinds jaar en dag een kennis van me, voor de N-VA heeft gestemd.

Maar nu de overwinningsroes achter de rug is, wil ik toch even mijn mening geven over enkele teleurstellingen die ik heb opgelopen. En aan de reacties te merken, al heel wat andere N-VA-leden en -kiezers met mij.

Het begon al een jaar geleden met het eerste witte konijn: Philippe Muyters. Een minister benoemen die zich niet aan de kiezers heeft gepresenteerd, is geen unicum. Kris Peeters (CD&V) is zelfs minister-president geworden voor hij verkozen is geweest door het volk. Tot daar aan toe, dacht ik nog. Het volk verkiest de wetgevende macht en het zijn de gekozen vertegenwoordigers die het vertrouwen geven aan de uitvoerende macht.

Toch was ik teleurgesteld dat men iemand van buiten de partij nam. Volgens mij was er voldoende talent te vinden in een pak rechtlijnige politici die actief zijn bij de N-VA.

Bij de lijstvorming kwamen de teleurstellingen nogal snel op mekaar. Zo was er weer een groot wit konijn. Siegfried Bracke werd lijsttrekker voor Oost-Vlaanderen, zonder reeds in het bezit te zijn van een lidkaart en evenmin voorzien van een aanbeveling of goedkeuring van de lokale besturen. Een beetje take it or leave it. Een zwakkere voorzitter dan Bart De Wever zou zoiets er nooit doorgekregen hebben in deze partij van caractériels.

Ook de rest van de lijst had wel wat minpunten. Zo vond ik het jammer dat in West-Vlaanderen een zittende minister de lijst zou trekken, wetende dat hij niet zou gaan zetelen. Dus was het ook duidelijk dat sowieso de eerste opvolger effectief zou zetelen. En wie was dat? De woordvoerder van de minister.

De lijsten waren trouwens dik bevolkt door cabinetards. Ook dat werd door de kritische leden geslikt, de lijstvorming moest immers snel gaan door de plotse val van de regering. A la guerre comme á la guerre, zei de voorzitter. Jan Jambon vulde nog aan dat we niet heiliger dan de paus moesten zijn.

Alle, kom, tot daar aan toe. We vertelden immers “eerlijk” dat Bourgeois en Muyters niet zouden gaan zetelen. Wel lastig dat we steeds in het verleden andere partijen op zulke praktijken hadden aangesproken.

Het is ook de buitenwereld niet ontgaan. De kranten schreven deze week allemaal dat de N-VA kampioen is in het aantal schijnkandidaten. Op de 41 verkozenen sturen we immers 8 mensen die niet rechtstreeks verkozen waren van dag één naar het parlement. Beetje haaks op de partij die altijd pleitte voor eerlijke politiek en dit jaar een brochure onder de titel “geloofwaardigheid” uitgaf.

Volgende moeilijk te slikken moment: de ministers nemen ontslag om hun eed af te leggen om dan terug minister te worden. Was dat nu nodig?

Na gesprekken met de Koningsstraat ook daar weer een uitleg voor gekregen. Ergens zat er een lijn in maar dit is toch al van de politic politicienne. Het ranzige kantje van de politiek, om één van onze ministers te citeren.

En nu gisteren weer een wit konijn: Huub Broers wordt gecoöpteerd als senator. De N-VA coöpteert dus iemand in een wetgevende kamer die zich daarvoor niet eens kandidaat had gesteld. Waar zijn we mee bezig?

En dan nog Huub Broers… Hij mag het kartel dan altijd goed gezind zijn geweest, bij het uiteenvallen ervan is hij toch maar mooi bij CD&V gebleven. Op dat beruchte congres waar ik mijn klep heb opengetrokken, heb ik hem niet gehoord.

Ook vorig jaar gaf hij kritiek op CD&V, maar zijn partij in de steek laten, deed hij niet. Ik schreef er nog over onder “Te laat Broers, veel te laat”.

Maar nu krijgt hij een mooi postje aangeboden en komt hij wel overgelopen. Zegt al veel over zijn motivatie.

Winnende partijen trekken altijd een pak losers aan. Als arrondissementeel secretaris zie ik in eigen regio de laatste weken constant een stroom aan meldingen binnenkomen van lokale beroemdheden die “eens willen praten”. Al bij de lijstvorming kwamen ze uit alle hoeken en gaten gekropen en het is er niet beter op geworden. In Nevele gaan nu zelfs twee, eigenlijk zelfs drie groepen vechten over wie de echte N-VA is. In De Pinte komen zelfs mensen naar ons toe die ooit de partij de rug hebben toegekeerd toen het slecht ging.

Als dit zo doorgaat, dan zijn de caractériels binnenkort in de minderheid bij de N-VA. Waar de rechtlijnigheid en de geloofwaardigheid van de partij dan blijft, is mij nog een raadsel.

Ik ben er van overtuigd dat als het zondag opnieuw verkiezingen moesten zijn, we minder dan 20% zouden scoren. Ik voel in de straat dat het begrip voor de N-VA wegsmelt als sneeuw voor de zon.

Ik vraag me af hoe lang de basis van rechtlijnige militanten dat nog gaat pikken. Ik ben het er alleszins niet mee eens en ik zal dus zeer kritisch toekijken wat er gebeurt. En dat zal ik in alle rust doen, want mijn teleurstelling is van die aard dat ik mezelf een politiek sabbatjaar toeken in de hoop dat sommige geesten terug tot rust komen en de oude rechtgeaardheid van de partij terug komt bovendrijven.

Voor wie deze kritiek niet in dank afneemt: ik blijf aan eerlijke politiek doen. Ik zal altijd conseauent mijn gedacht zeggen en kritisch zijn. Niet alleen tegenover politieke tegenstanders, maar ook tegenover de eigen partij, als dat nodig is.

Politiek is de kunst van het mogelijke maar het moet volgens mij mogelijk zijn om dat op een eerlijke en geloofwaardige manier te doen, net zoals Ivan De Vadder daartoe oproept.

Want het laatste wat ik wil, is dat er myxomatose uitbreekt bij de N-VA met al die konijnen.