Een Judas-kus
Ik ben niet het type dat van veel dingen spijt heeft. Spijt is wat mij betreft een overbodig gevoel. Ik ben van mening dat als je een beslissing neemt, je die weloverwogen doet en dan kan het zijn dat nadien blijkt een verkeerde beslissing te zijn, maar spijt helpt daar niks aan te veranderen.
Maar er zijn van die dingen waar je wel spijt van hebt. Zoals wanneer je als student ’s morgens wakker wordt en je proeft tussen de kleffe smaak van verschraald bier nog een andere smaak en plots huiver je als je terugdenkt aan dat wijf dat je in een dronkemansbui hebt gezoend… Zo’n gevoel van walgelijke spijt heb ik nu als ik terugdenk dat ik mee campagne heb gevoerd voor Yves Leterme.
Hij was de man die de Vlaamse kwesties eens ging regelen. Met vijf minuten politieke moed, onverwijld en van Opgrimbie tot De Panne.
De man die als een Judas voor enkele Fortis-zilveringen Vlaanderen ten prooi heeft laten vallen.
Dit is de man die deze week een oproep lanceerde voor samenwerkingsfederalisme. In plaats van meer Vlaanderen, leidt hij een regering met een Vlaamse minderheid en buiht constant deemoedig het hoofd voor het Waalse non. Een samenwerking die aan één kant altijd op een muur van non stoot, is geen samenwerking, maar getuigt van een ongezonde dosis masochisme.
De man van goed bestuur in Vlaanderen, is nu de premier van een regering die het volgende kan naar voren brengen:
Moeten we hier nu mee lachen? Of janken?
Deze dronkelap moet wel voor onze pensioenen zorgen en is daartoe gemachtigd door de Waalse socialisten. Dat is toch een partij die zich verantwoordelijk zou moeten opstellen in het beheer van de pensioenen. Of is deze partij zo doordrongen van het feit dat ze Vlaanderen kunnen blijven melken?
Want daarin schuilt de arrogantie van de Walen. Daerden vindt het zelfs niet kunnen dat de Vlamingen hem weer zo aanpakken, terwijl hij volledig nuchter was. Vlaanderen moet niet zagen, Vlaanderen moet zwijgen en slikken wat de Waalse clowns produceren.
Die mentaliteit zit er inmiddels al gedurende meerdere generaties zo diep ingebakken, dat het een verworven recht is.
Op zulk moment oproepen tot een betere samenwerking, is toch van het goede te veel? Het bewijst nog maar eens dat we met onderhandelen maar één ding zullen bereiken: de Walen zullen weer buit binnen halen.
De enige oplossing om hier een halt aan toe te roepen, is om op institutionele wijze een echte grens te trekken en te zeggen “tot hier en niet verder”.