Geen carnaval: tijd om de maskers weg te werpen
Gisteravond was ik getuige van een politiek spelletje zoals het nog niet vaak gespeeld is in Knesselare.
De meerderheid is immers van plan de opcentiemen te verhogen en nog geen klein beetje. Daarover had ik het al eerder, hoe dit vooral uit de zakken van jonge gezinnen moet komen.
Tientallen mails en telefoons heb ik gekregen van inwoners die me wilden zeggen hoe schandaleus dat ze dit vinden. Ten eerste natuurlijk omdat niemand graag belastingen betaalt, vooral niet omdat het een gevolg is van een slecht beleid.
Maar ook dat men het op slinkse wijze via de opcentiemen wil doen en vooral dat men laat uitschijnen dat “de sterkste schouders de zwaarste lasten” dragen terwijl dat net niet waar is, is bij vele mensen in het verkeerde keelgat geschoten.
Er zat dan gisteren uitzonderlijk veel publiek in de raadszaal en ook de pers was aanwezig. Heeft dat alles de meerderheid schrik doen krijgen om de mensen eerlijk in de ogen te kijken terwijl men de vermaledijde beslissing zou nemen?
Groep 9910 durfde blijkbaar niet verder gaan en vroeg uitstel van de betrokken punten. Men durfde dus gewoon de punten niet behandelen!
Nu zijn ze uitgesteld om eerst besproken te worden in een kleine commissie in een klein zaaltje, ver weg van de burger en de pers.
En dan komt het opnieuw op de gemeenteraad, eentje die men dan nog uitgesteld heeft tot 23 december; de avond voor kerstavond.
Tegen dan zal de volksberoering wel weggeëbt zijn, denkt men blijkbaar. Er zal minder publiek zijn en “men” zal inmiddels het al als oud nieuws beschouwen, zodat de meerderheid dan het voorstel kan doordrukken, zonder in de ogen van de burgers te moeten kijken.
Ik kon het gisteren niet langer aanschouwen welke potsierlijke maskers men plots op hun gezichten toverden bij de mensen van de meerderheid. Du jamais vu, dat een meerderheid verdaging vraagt van hun eigen voorstellen.
Ik vind het nog veel te vroeg voor carnaval en was niet bereid een zotskap op te zetten. Daarom heb ik op het moment zelf beslist geen deel uit te maken van deze narrenclub en ik ben opgestaan.
Er zijn grenzen aan het politieke (on)fatsoen. Ik kan en zal nog altijd iedere burger recht in de ogen durven kijken, ik heb geen masker nodig.