We worden weer eens in het zak gezet
Dat is althans mijn conclusie bij het verhaal dat maandag in De Standaard verscheen.
Er zouden immers twee topambtenaren tegelijk benoemd worden: de directeur-generaal bij de RVA en de directeur-generaal bij Pensioenen. Mooi in een taalevenwicht: een Franstalige bij de RVA en een Vlaming bij Pensioenen.
Maar wat blijkt nu? De adjunct op Pensioenen is ook al een Vlaming, dus “no passeran” voor nog een Vlaming aan de top van Pensioenen. Dat moet een Franstalige worden, want de regels zeggen dat de DG en adjunct van een verschillende taalrol moeten zijn.
Men kan dus nu de examens opnieuw doen, want men gaat dus inderdaad op zoek naar een Franstalige DG.
Maar omgekeerd heeft men niet gewacht om de DG bij de RVA te benoemen. Dat is gebeurd.
Met dus als resultaat dat de regering Van Rompuy Un twee Franstalige topambtenaren gaat benoemen en geen enkele Vlaming.
Waar is het taalevenwicht dan plots gebleven?
Valt het mij alleen op dat dit enkel kan omdat we een Franstalige meerderheidsregering hebben? Eerst het verplichte taalevenwicht inroepen op niveau van de DG en zijn adjunct om wetens nillens binnen een paar maanden de taalpariteit onder topambtenaren te negeren?
Zo wordt er stilaan weer een stuk gefranconiseerd. Alle stappen van de Franstaligen lijken alsmaar in die richting te gaan: uitbreiding van Brussel, een corridor, goedkeuring van het minderhedenverdrag, uitverkoop van nationale economieën aan Franse staatsinstellingen, …
Wie binnenkort niet Franstalig is, zal het moeilijk krijgen om nog een topfunctie te krijgen in het bankwezen, energiesector en nu duidelijk ook al in de ambtenarij.
Mogen we dan eens duidelijk stellen dat we weer eens in het zak worden gezet?