Arm Ursels kalf…
Voor alle duidelijkheid: de titel slaat niet op enige vrouwelijk politicus uit de genoemde deelgemeente, maar is gewoon een verwijzing naar het oeroude spreekwoord “Als het kalf verdronken is, dempt men de put”.
En daarmee bedoel ik de zwanenzang van jeugdvereniging Caoutchouc: “We verhuizen of we stoppen in september; Caoutchouc is aanhoudende beloftes moe” (zoals te lezen in Het Volk/Het Nieuwsblad).
Want een zwanenzang is dit: het gezang van een prachtig dier dat zijn dood voelt naderen.
En dan mogen jeugdschepenen verrast zijn, volgens mij is dat dan weer een mimespel.
Ik wil het alvast héél duidelijk stellen: ik was alleszins niet verrast door het bericht in de krant. Werkt mijn spionagenetwerk dan beter dan dat van de schepenen? Geen idee, ik heb geen spionnen of ik heb het alleszins nooit openlijk toegegeven dat ik spionnen heb 😉 .
Maar op een eerdere fractievergadering wisten fractiegenoten Guido Van Hecke en Laurenzo Lefèvre me het onheuglijke nieuws al te melden.
En zelfs dan nog was het geen verrassing voor ons. Het dossier sleept al veel te lang aan. Ik herinner me nog uit lang vervlogen tijden een bezoek aan de leiding van Caoutchouc samen met enkele prominenten van de GVP, inclusief iemand die het later zou schoppen tot schepen (vraagje: is het jeugdschepen, jeugdig schepen, schepen van jeugd of schepen voor de jeugd?).
Intern twijfelden we toen met dat groepje of de bandencentrale eigenlijk wel een geschikte locatie was. Naar aanleiding van het openlijk betwijfelen daarvan en de reactie op die twijfel door de leiding van Caoutchouc, hebben we toen na het horen van overtuigende argumenten en een bezoek ter plaatse, onze mening drastisch bijgesteld en wilden we zo snel mogelijk een oplossing voor de Urselse jeugd op de locatie van de oude bandencentrale.
In die vergadering is er toen reeds gezegd dat men zo niet kon doorgaan, dat de leiding echt niet kon blijven garanderen op die manier nog lang in te staan voor de werking.
Waarschijnlijk is het daarom dat ik – die er ook bij was op voe vergadering – niet nu bij het lezen van de krant noch tijdens de vernoemde fractievergadering uit de lucht ben komen vallen.
Ik hoop alleszins dat het onzacht uit de lucht landen op de harde Urselse ondergrond niemand pijn heeft gedaan.
Zonder in te gaan of het nu strop zit aan de kant van de verkoper – een uitspraak die ik volledig overlaat aan jeugdschepen Herlinde Trenson – vind ik dat er inderdaad genoeg tijd is opgesoupeerd. De verloren twee jaar onder het bewind van de vorige jeugdig schepen (een zekere Fredy Tanghe) zijn niet meer in te halen: nu moet er gewoon een concreet plan van aanpak worden voorgelegd, liefst op de volgende gemeenteraad.
En als men slim is: met de nodige alternatieven. Indien bepaalde verkopers (of misschien in het huidig of volgend stadium buurtbewoners of nog erger: hogere administraties die toezien op de bestemming van het goed volgens gewest- en andere structuurplannen) nog stokken in de wielen steken: zorg tenminste voor een onderkomen. Oplossingen zijn er, het college is slim genoeg om er meerdere aan te reiken.
Ik hoop gewoon één ding: dat deze noodkreet van Caoutchouc niet verloren zal gaan. Alle partijen hadden een oplossing in hun verkiezingsbeloften, maar als er nog lang gewacht wordt, is de patiënt dood voor het medicijn er is. Laat dat alsjeblieft niet gebeuren, mevrouw de schepen van en voor de jeugd.